Warsage (Challenge Province de Liège)

zat 25/02/2017 15.30u * Warsage (Challenge Province de Liège) * 9,44 km * 00:44:22 * 12,8 * 74/214 * 6/27 * ♥♥♥♥

De omleiding naar Warsage kronkelt door Bombaye en roept herinneringen op aan mijn eerste wedstrijden in het Franstalige land van vele jaren geleden. (Ik zoek het even op: eerste van verschillende deelnames in 1995). Warsage is eigenlijk de opvolger van Bombaye, destijds de eerste wedstrijd van de Challenge de la Province de Liège (CJPL). Het zaaltje was waarschijnlijk te klein geworden voor de volkstoeloop in de volgende decennia. Ze hadden daar nochtans een aantrekkelijk rondje (eigenlijk een aantal lussen). Ik ben alleen onderweg, zonder mijn “lijfwacht” Marie-Paule (humor van Jean-Pierre Immerix). Als opwarming sluip ik binnen in het het peloton van de korte wedstrijd. Irène Schillings, loopmaatje van Servais Halders uit het naburige Voeren, treedt hier op in haar vertrouwde biotoop.
Ik wurm me met Francis Loyens een aantal rijen naar voren voor de start van wat nu de tweede manche is in de Challenge. Maar voor de eerste bocht hebben we de gewonnen plaatsen al weer verloren aan snellere starters. We maken eerst een kleine ronde in een nieuwbouwwijk voor we weer aan de streep voorbij komen voor een grote ronde. In de verte zie ik de sliert voor me naar rechts afdraaien. Is dat Jo Vrancken daar in eerste positie? Kan niet, vertelt hij me na de wedstrijd, ik ga nooit voor Guy Fays lopen. Respect voor een monument? Het peloton is hier overigens al groter geweest. Deze lus mag dan wel een opwarmingsronde lijken, er zit al meteen een stevige helling en dito afdaling in. Hoe doen ze het maar, Jean-Pierre Immerix en Willy Hertogen, ze zijn weer sneller vertrokken. Ik passeer ook Roger Archambeau die zoals de twee genoemden ook al een eeuwigheid meegaat in deze challenge. Bij de eerste klimmende meters neemt Francis al een kleine voorsprong die hij nog uitbouwt in de afdaling. Op de smalle ruimte langs de rijweg na 1 km is het zoeken naar de best beloopbare strook: langs de pootjes van de dranghekken, in het gootje of op het ongelijke voetpad. Ik volg een “oranje” duo (leden van Jog’in Attitude) Vanessa (Nicassio) en Fabrice (Averno). Hun voornamen staan netjes op de rug geprint (makkelijk voor de verslaggever). Fabrice herken ik trouwens van andere wedstrijden. Als ik hem kan voorblijven geeft dat een aanwijzing over mijn prestatie. Vergelijken is weten in de “joggologie”.

Warsage 1


Als we rechts afdraaien aan de kerk en de startplaats hebben we de hele weg voor ons alleen. Maar daar begint het ook omhoog te gaan, geniepig in het begin en fors op het einde. Adieu Vanessa en Fabrizio, ze zullen niet kort achter me eindigen. Ik zie veteraan 3 Richard Mathot sukkelen voor me. Ik ga hem voorbij. Je weet nooit, misschien heeft hij een mindere dag. Langs de andere kant weet ik dat Richard vaak een opstoot van energie krijgt als ik hem passeer. Vandaag blijft hij achter, lijkt het. Ik ben met een voor mij pittig tempo vertrokken en probeer ook in de klim de vaart erin te houden. Ik blijf net boven de 12 per uur in de hoop Francis Loyens binnen oogafstand te houden. Maar eenmaal buiten de bebouwing van Warsage is hij al niet meer te bespeuren. Intussen heb ik een andere kat te geselen, genaamd Richard. Een kat heeft zeven levens, Richard alleszins twee. En in dat tweede leven – op een vlak stuk van 600 meter tussen de laagstamboomgaarden – sluit hij weer aan. Ik blijf het tempo aangeven. Misschien had ik me even kunnen verschuilen achter zijn lange gestalte maar een egaal, zelf gekozen tempo, ligt mij nu eenmaal het beste. Het gehijg achter me makt me duidelijk dat Richard hier niet aan een gezondheidswandeling bezig is. Aan het humanistisch centrum (rechts van ons, ik zeg het even voor mijn collega’s die het weer niet gezien hebben), waar het tweede en moeilijkste deel van de klim begint, komt Richard plots van achter mijn rug uit en versnelt hij het tempo. Ik doe geen poging om hem te volgen. Ik ken deze strook als mijn broekzak. In de Quatre Cîmes van Battice heb ik deze sluipmoordenaar tienmaal mogen bekampen. Rustig blijven, ademhaling controleren, is de raad die ik mezelf geef. Tussen de huizen van Neufchâteau – waar de klimpercentages flirten met de 7% – bekoop ik wel mijn relatief snelle start. Mijn tempo zakt hier even onder de 10 per uur. Van die tijdelijke inzinking maakt een duo gebruik om me voorbij te gaan. Op het einde van de lange klim – 3,3 km, even de vlakke strook niet meegerekend – kom ik weer op mijn effen. Ik heb nu ook twee andere bekenden in het vizier gekregen: Claude Herzet en Georges D’Hoey. Die laatste is wel een veteraan 2, maar geen enkel punt van het challenge-reglement verbiedt om ook jongere lopers in te halen. De bocht naar rechts na 4,6 km luidt het begin van de afdaling in. Hier is de bevoorrading die opnieuw aan de verkeerde kant van de weg staat opgesteld en waar Francis Loyens even stapvoets heeft moeten bekomen van de geleverde inspanning. Hij zal nog wat ervaring moeten opdoen op de heuvelachtige parcoursen van Het Luikse. En de raad van zijn teamgenoot van de Mergellopers om de klim voorzichtig aan te pakken ter harte moeten nemen. Maar voor een eindtijd van minder dan 43′ mag je wel eens buiten adem zijn. We mogen nu de benen losgooien op een bijna 2 km lange duik naar de vallei van de Berwijn. Claude Herzet maakt er onmiddellijk werk van, in de buurt van Richard en Georges. De afstand tussen hun drieën wisselt wel eens, de posities waarschijnlijk ook. Ik doe mijn best om het tempo op te krikken maar de snelheid is de laatste jaren uit mijn benen gevloeid. Ik ga wel weer voorbij het duo dat me daarnet in de klim heeft bijgebeend. De grootste van de twee neemt blijkbaar zijn maat op sleeptouw. Enkele bochten, een kort vlak stuk in het gehucht Fêchereux (nieuwbouw midden in het groene landschap) en een stevige afdaling langs een bosrand verder komen we op uit op de rijweg naar Val-Dieu. Mooi asfalt en ruimte zat achter de nadarafsluiting. Ik blijf mijn benen pijnigen achter het groepje van drie. En kan het verschil binnen de perken houden: een tiental seconden ten opzichte van Claude in Mortroux.
Na 400 meter verlaten we de vallei weer via een steil pad bedekt met verhakkeld asfalt. 300 meter lang, genoeg voor enkele positiewisselingen. De twee jongens van daarstraks gaan me opnieuw voorbij en blijven nu definitief vooruit. Ik ben verrast dat Richard voorbij Claude is gegaan. Richard haalt vandaag vooral op de hellingen uit. Ik heb het al anders geweten. Hij houdt 10 seconden over aan de finish. De klim gaat onverminderd voort op het asfalt. De koude wind van het begin van de race is gaan liggen en ik heb het zelfs even te warm onder mijn windvestje. Te meer omdat ik tot tweemaal toe een poging doe om dichter bij Claude te geraken. Maar ik kan mijn inspanning niet lang genoeg volhouden en zie mijn gemeentegenoot op het vlakke weer snel afstand nemen. Dan maar proberen Georges bij de lurven te vatten. Maar die verzwakt ook niet. Ondanks een verdienstelijke laatste kilometer in 4’20” blijf ik op een kleine afstand hangen. En zo eindigen 5 veteranen 3 binnen de minuut. We zijn terug in het dorp tussen de mensen, die van Warsage en snellere deelnemers die aan het uitlopen zijn. Nog een honderd meter voor we linksaf moeten slaan door een klein poortje waar een nieuw klinkerpad naar de finish leidt. Dit is een nieuwe aankomst. Servais heeft mij er al op attent gemaakt. Ik ben dubbel geconcentreerd omdat in de korte wedstrijd Bert Ernest van Herderen hier rechtdoor gelopen is naar de oude streep. Een “merde” noemt hij het. Maar waarom dan niet teruglopen en tenminste in de uitslag worden opgenomen? (Gaetano Falzone heeft zich aan zijn belofte gehouden en me alsnog in de officiële klassering van de Condroz-loop vorige week in Nandrin gesluisd.)
Na enkele zigzags loop ik onder de “Solidaris”-boog door waar Jean-Claude Odeurs een fotootje maakt van elke finisher. Binnen onder de 45 minuten. Ik speel even het geliefkoosde spelletje van Jean-Pierre Immerix: mijn tijd vergelijken met die van mijn laatste deelname (in 2014). Een achteruitgang met slechts 2 minuten. Daar moet ik tevreden mee zijn. Eindevaluatie: 4 hartjes. Dat is een tikkeltje meer dan ik verdien, maar vorige week ben ik dan weer te streng geweest voor mezelf.

Warsage 2


Ik feliciteer de jongens voor me , sabbel enkele sinaasappelpartjes op, en volg even later Willy Hertogen naar de bovenverdieping waar we ons aan een lavabo kunnen verfrissen. “Er is hier maar één douche” weet de Vlijtingenaar. Als hij het nog niet zou weten na vijfentwintig deelnames. Als we terug naar beneden komen zie ik een collega (die mij altijd opvalt met zijn uitbundige fluo-outfit) in de gang op een stoeltje zitten. “Ik voel me niet goed”, zucht de man die ik inschat als een veteraan 2. Terwijl Philippe Codiroli aan de tafel naast ons druk doende is de uitslagen te verwerken (gelukkig sta ik er tussen) les ik mijn dorst met mijn Limburgse vrienden. In de Challenge van de Provincie Luik (CJPL) zijn daar altijd toppers bij. Zoals Servais Halders ( “Het ging snel vandaag” glundert de Voerenaar, met passende F1-pet op het hoofd). Onnodig zijn plaats bij de veteranen 3 te vermelden. En Jo Vrancken, derde algemeen. Het toeval wil dat de algemene winnaar Christophe Mémurlin naast ons zit. Even verder hangt de tweede, Guy Fays, aan een klimrek om zijn nog steeds afgetrainde lijf weer in de juiste plooi te leggen. Een scratch-klassement is er niet. Dit bespaart de organisatoren weer wat geld. De tweede besparing bestaat er blijkbaar in de verwarming in de zaal op de minimumstand te zetten. Na een warm onderonsje verlaten we rillend de zaal. Buiten landt een helikopter voor een medische interventie. Toch niet voor de man die ik daarnet op de gang zag? (Tijdens het maken van mijn verslag meldt de website van de Challenge dat de ongelukkige Elvis Fetro is. Inderdaad een veteraan 2. En zijn voornaam past perfect bij zijn blitse verschijning. Hij is overgebracht naar het Universitair Ziekenhuis van Luik en zou dat intussen hebben verlaten. Het komt weer goed met Elvis.)

(Foto’s CJPL. Foto 1: archieffoto van Georges D’hoey in Cointe. Foto 2: De helikopter voor Elvis.)