Tihange (Challenge condrusien)

zon 20/03/2016 10.15u * Tihange (Challenge condrusien) * 12,8 km * 01:04:22 * 11,9 * 123/388 * 5/16 * ♥♥♥♥

Na mijn ongelukkige ervaring vorige week in Theux sta ik deze keer met een gerust gevoel klaar voor de start van mijn tweede Condrusien-deelname van het jaar in Tihange. Juist, het dorp van de kerncentrale in de Maasvallei aan de poort van Hoei. Ze zijn best wel indrukwekkend, de koeltorens van de centrale. Dat denkt ook Bert Ernest als hij Tihange binnenrijdt en nog een fotootje wil nemen met zijn smartphone, kwestie van een herinnering te hebben aan een van zijn vele sportieve uitstappen in het Luikse. Even verder wordt hij klemgereden door een wagen van een beveiligingsfirma van de centrale. “Verboden terrein” klinkt het, “gelieve de foto’s te wissen”. Zijn outfit en sportief uiterlijk redden Bert van verder onderzoek en hij krijgt nog een “Bonne course!” mee van de bewakingsagent. De eerste bekende die ik ontmoet is Armand Pirotte, in “burgerkleding” vanwege een blessure. Samen met zijn echtgenote is hij hier om zoon, schoondochter en de drie kleinkinderen aan te moedigen. Gaetano Falzone, voorzitter van het organisatiecomité, is er natuurlijk ook, zij het op krukken na een meniscusoperatie.

Tihange 1


Scheurtjes in de reactoren, gevaar voor de volksgezondheid? De joggers laten het niet aan hun hart komen en zijn met bijna 600 present voor twee afstanden. Die massa zorgt voor opstoppingen in de eerste kilometers. Na 200 meter bereiken we al de eerste landmark van deze loop. We maken een lus door het park van het Château Springuel. Jos Biets geeft me nog een aanmoediging mee als ik links opdraai voor de eerste meters van een klim die een kleine 2 kilometer zal duren. Het pad heet dan wel “ruelle” (steegje) maar voelt aan als een bospad. Ik zit hier nog steeds opgesloten in de lange sliert lopers. Goed om niet te voortvarend van start te gaan maar het oponthoud kost me waarschijnlijk wel de luttele seconden die ik nodig had voor een eindgemiddelde van 12. Na twee kilometer is er eindelijk wat ruimte om op te schuiven. Het uitgerafeld asfaltwegeltje gaat snel weer op onverhard over. Een haakse bocht en het is weer zigzaggend klimmen en dalen op een paadje van 50 centimeter. In de beklimmingen houd ik in om in de afdalingen – voor zover dat zonder gevaar voor mijn oude knoken kan – weer wat terrein goed te maken. Aan km 4,5 zijn we al aan het tweede kasteel op onze weg, het Château de Bonne Espérance. Met dank aan de uitstekende relaties die de organisatoren van deze challenge hebben met de kasteeleigenaars. Even verder kruisen de deelnemers elkaar maar ik zie geen bekenden. Ik ben dus nog steeds in het ongewisse over de positie van Noël Heptia. Intussen is de wedstrijd al voorbij voor Jean-François Thirion. “Jeff” heeft last van zijn enkels en laat zijn concurrenten in de top van de veteranen 2 lopen. Aan de Rue du Petit Bois aan km 5,5 haal ik Sarah Robinet in. Ze is bezig aan haar wekelijkse Foulées du Plaisir (Stappen van plezier). Zo heet de plaatselijke club waar ze deel van uitmaakt. Samen met vader Frédéric. Die zet wel grotere stappen en haalt de achttiende plaats in de totaaluitslag. Opletten in de bocht voor een smalle overgang over een beekje, een brede plank. Het is een van die punten die je je ook nog na enkele jaren herinnert. Mijn twee vorige deelnames dateren al van 2010 en 2011.
Voorbij de bevoorrading aan km 6 onder het viaduct van de Rue des Neuf Bonniers waar we na een lus van 1,7 kilometer weer zullen voorbijkomen, hebben we een machtig uitzicht op de verguisde kerncentrale. Een scherpe afdaling en dan een bocht naar rechts: we zijn nu op weg naar de Ferme de la Neuville, ook al een historisch gebouw uit de 16de-17de eeuw. Voor we zover zijn, ben ik bij Dominique Bertrand gekomen die mij voor alle duidelijkheid meldt dat hij niet “à fond” gaat. Op 80-85% van zijn maximale hartslag, preciseert hij ten overvloede in de kleedruimte. Sommigen zijn heel professioneel bezig met hun hobby. Ik volg gewoon mijn gevoel en kijk, ik haal ook Roger Van Langeveld in. Die geeft geen verklaring voor zijn tempo maar houdt het bij een vriendelijke groet. De modderige aanloop naar een vleugel van het gebouw is “geplaveid” met stro. Een nieuweling in het circuit, Jean Tempels (zie einde van dit verhaal), kent de charmes van deze challenge niet en weet nog niet dat het parcours in echte condrusien-traditie dwars door een koestal loopt – vandaag weliswaar zonder koeien.

Tihange 1


Op het einde van de minilus van 900 meter rond de hoeve zie ik dat ik die hele afstand voorsprong heb op Carine Munaut. In de moddercross van Modave ging ik haar nochtans pas in het tweede deel voorbij. Niet slecht bezig, kwoteer ik mezelf. Daar zie ik nog een loper in rode uitrusting. Dat zou wel eens Noël kunnen zijn. Ik kom snel korter bij en haal hem in op een van de stijgende stroken aan km 7,5. We zijn hier begonnen aan de tweede grote helling van de dag, in het totaal weer twee kilometer lang. Een korte groet aan Noël die antwoordt: “Lulu est là devant” “Qui?” hijg ik. “Lucien Collard”. Ah, een verse veteraan 3. Ik probeer het tempo te verhogen maar het is harken op het brede en stenige rotspad. 11 per uur in de negende en de tiende kilometer. Ik nader met mondjesmaat. Lucien is vandaag taaier dan ik dacht. Ik ben nu op 20 meter genaderd van de Luikse turnleraar met de ogenschijnlijk soepele tred. Ik moet nog even uitwijken voor een paard met ruiter dat dwars gaat staan maar ook zonder de hinderende viervoeter zou ik Lucien niet hebben kunnen bijbenen. Er gaan me enkele collega’s zoals “aînée 2” Françoise Debaty voorbij. In een tussentijdse afdaling neemt Lucien meer afstand. ik zie hem pas terug na de finish voor de traditionele “après-course foto” van Marie-Paule. De elfde kilometer waar we volgens het hoogteprofiel in theorie al aan het dalen zijn is een smalle, met boomwortels doorsneden, irritante strook waar de parcourstekenaars in deze challenge op geilen. Hier snelheid halen is voor mij alleszins een onbegonnen zaak.
Een asfaltweg wijst op het naderen van de bewoonde wereld. Maar mijn benen hebben de grootste moeite om een stuk vals plat klein te krijgen. Mijn collega’s hebben het al niet makkelijker en ik kan nog enkele plaatsjes winnen. Op de afdaling naar de aankomst kan ik er nog eens de pees opleggen . De laatste twee kilometers leg ik af met een gemiddelde rond de 4’15”. In de bochtige afdaling in het park van het Château Poswick – dat overigens niets heeft van de grandeur van het gelijknamige kasteel in Kanne – probeer ik tevergeefs mijn voorganger Raphaël Depouhon nog bij de lurven te vatten. Voor we door de poort naar de finishlijn lopen aan het voormalige Maison Communale krijg ik van Armand in “real time” mijn positie door, vijfde bij de veteranen 3. Rosario Ilardo – in bloedvorm – eindigt onder het uur als eerste veteraan 3.
Na de aankomst worden we verrast met een glaasje (een bekertje) champagne (of is het cider?) en paaseitjes ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de wedstrijd. Het effect van de weldadige warme douche gaat snel verloren in de ijskoude kleedruimte buiten onder een zeil. Een half uur later kan ik me, zo goed en zo kwaad als het gaat, opwarmen in het Gymnase dat zijn ouderdom niet meer kan verbergen. Hoog boven ons uit tronen de prijswinnaars van de dag. Bij hen Jean Tempels, veertiende overall en derde bij de veteranen 1. De gelauwerde zestigers en de zeventigers hebben moeite om het hoge podium te beklimmen en zich daar staande te houden. Ik zit gelukkig beneden… achter een reuze pain-saucisse. Om 1 uur verlaten we het Maasdorp en bereiken na een heerlijk Thais intermezzo in Waremme weer de thuishaven.

(Foto 1 van Pierre Jadot : Op het smalle bospad, voor in het groepje Dominique Bertrand, als laatste in het rood Noël Heptia. Foto 2 van Marie-Paule: Met Lucien Collard.)