Sprimont

zon 28/01/2024 10u30 * Sprimont Jogging d’Hiver * 6,9 km * 00:45:40 * 9,1 * 57/111 * 1/2 * ♥

Onze zondagse sportieve uitstap leidt ons naar Sprimont, een twintigtal kilometer ten zuiden van Luik. Daar vindt al jaren de winterjogging plaats op de laatste zondag van januari. Dat blijkt een uitstekende datum voor de organisatie die geen concurrentie te vrezen heeft van andere loopwedstrijden. De benaming “jogging” kan misleidend zijn voor wie niet vertrouwd is met de loop. Uit eigen ervaring en die van collega’s, Jean-Pierre Immerix bijvoorbeeld, weet ik dat het hier altijd ploeteren is in modder en diepe waterplassen. Het parcours is wel gewijzigd ten opzichte van mijn vorige deelname in 2019 maar de ondergrond blijft dezelfde. Ik neem in elk geval mijn voorzorgen en kies voor de korte afstand. Dan bespaar ik me in elk geval al heel wat kilometers in de blubber. De wedstrijd overslaan is geen optie. Door omstandigheden ben ik dit jaar nog niet in actie getreden in een wedstrijd en ik wil de laatste kans op een competitieloop in januari niet laten voorbijgaan.

Tennissimo, verscholen in het Ardeense groen

Het heeft heel wat voeten in de aarde tijdens onze opwarming eer mijn loopmaatje Servais Halders beslist met welk schoeisel hij zal vertrekken. Dan toch maar de trailschoenen aangetrokken kort voor de start. Gelukkig blijkt dat voor hem de juiste keuze te zijn op de glibberige paden die hij voor de voeten krijgt in de 12 km. Hij wint met overmacht bij de veteranen 4, met een gemiddelde van 2 km/uur sneller dan zijn collega-winnaar in de korte loop.

Wie kiest er nu voor de korte afstand in zo’n loop als vandaag, vraag ik me af. Een blik op de uitslag leert me dat er zo’n tiental snelle mannen (gemiddelde minimum 14 per uur) de rangschikking aanvoeren. Voorts zullen er wel wat beginnende of minder ervaren (of fanatieke…) lopers tussen zitten. Ook heel wat jonge en oudere dames. En oudere mannen op hun retour, genre Carlos de Almeida, Calogero Mauro… en uw dienaar. Van deelnemers gesproken, één van hen is naar hier gekomen in een luxe-bolide. Dat valt al op maar vooral zijn gepersonaliseerde nummerplaat: Run-58. De veteraan 3 (58 is zijn geboortejaar) toont zijn passie aan de buitenwereld…

Start en aankomst liggen aan de tennisvelden en bijhorende accommodatie van Tennissimo, in de groene rand ten noorden van het centrum van Sprimont. We staan met driehonderd in de fictieve startgrid. Dat is niet meer dan een aarden pad met putten en keitjes dat bovendien meteen flink omhoog gaat. Het is schuifelen voor we op een rijweg komen na 200 meter. Daar loopt het nog 200 meter verder omhoog. Na een afdaling lopen we door wat het oude kern van het gehucht Ognée moet zijn. Het is hier de buiten, enkele kilometers verwijderd van het centrum van Sprimont dat we kennen (of dat ik ken alleszins) van de doortocht van Luik-Bastenaken-Luik. De meeste vertrekkers kiezen voor de lange afstand, zoals ik kan vaststellen bij de eerste splitsing na 1,1 km. Dan hebben we de eerste klim achter de rug, vierhonderd meter door een holle weg. Waar ik vooral geprobeerd heb mijn benen te sparen. Gelukkig is de felste stijfheid uit mijn bovenbenen verdwenen na de lange training van vorige vrijdag. Die was bedoeld als een eerste voorbereiding op een 20km-loop die ik in gedachten had. Maar de wedstrijd in kwestie blijkt al uitverkocht te zijn… lees ik achteraf op hun site. De volgende 2 km zijn golvend maar vooral licht dalend. Ik ben een beetje beter in mijn ritme gekomen en haal enkele lopers/loopsters in. We lopen door woonwijken met gespreide bebouwing. Tussen de huizen heb ik links uitzicht op de Ardeense bossen. We nemen enkele bochten die trouwens duidelijk zijn aangegeven op gele borden. Veel signaalgevers hebben ze hier niet nodig. Er staat er wel eentje aan km 3,1. Daar worden we rechtsaf gestuurd, een bospad in.

De winnaars bij de veteranen 4.

Het blijkt het begin te zijn van wat ik achteraf als het tweede deel van het parcours kan bestempelen. Het onverharde deel, zeg maar het trailgedeelte. Ik geef vrije doorgang aan een loper achter mij. De jonge dame bedankt me en wenst me verder nog “une bonne journée”. Het windvest dat over haar linkerschouder hangt moet toch wel hinderlijk zijn, bedenk ik. Als ze enkele meters voor me loopt, merk ik dat ze een politieke boodschap meedraagt, een Palestijnse vlag. Activisme en sport, ik probeer de twee gescheiden te houden… Het pad wordt smaller en gladder. Het is niet meer dan een dunne streep aarde langs een beekje, de Ry de la Haze. Het mag dan licht dalen, ik rem vooral af. Ik zet een stap opzij als ik andere lopers hoor naderen. De juffrouwen die ik daarnet ben voorbijgegaan, halen me nu weer in. Plots hoor ik Carlos de Almeida achter me. Dat is een Condruzienloper, die is gewend aan dat soort ondergrond. Hij gaat me voorbij en geeft me nog enkele aanmoedigingen mee. Daar heeft het jongerentrio dat me nu voorbijstormt geen tijd voor. Het zijn de eersten van de 12 km-loop die blijkbaar ook over een gedeelte van het 7 km-parcours worden gestuurd. Een van hen, herken ik. Op zijn naam zal u nog een aantal kilometers moeten wachten. Ik kom hen nog eens tegen. Of beter: zij komen mij nog eens tegen. Dat is voor straks. Even verder komt het jongere broertje van de winnaar, Clément, mij ook voorbij. Maar hem vind ik pas ver in de uitslag terug. Die moet nogal een lel hebben gekregen op het einde. Alsof de verraderlijke ondergrond nog niet genoeg kracht uit mijn benen zuigt, duikt aan de vierde kilometer nog een steile helling op in het bos. Ik moet stapvoets verder. Carlos kan zijn tempo ook niet aanhouden en verder, buiten het bos, ga ik hem weer voorbij. Intussen komen er nog twee bekenden voorbij, Jo Vrancken, gevolgd door zijn maat Steven Machiels. Aan de finish zal de volgorde omgekeerd zijn. Steven pakt de eerste plaats in de categorie veteranen 1. Dubbel prettig voor hem is dat hij Jo voor de eerste keer klopt.

We duiken een enorme weide in. Ik haast me wijdbeens naar beneden tussen de dikke graszoden. Het bos ligt nu achter ons maar de hellingen nog niet. Wat zeg ik, nu beginnen ze pas goed. Eerst vals plat op het gras waar ik nog een schijn van snelheid kan hooghouden. Dan na een rechtse bocht verder op het asfalt. Op de Rue de Wachiboux begint deel drie van de loop. Twee kilometer, zo goed als volledig verhard, naar de streep. Ik haal de twee juffrouwen van het trailsegment weer in maar moet verder toch weer op stappen overgaan. We zijn nauwelijks vijf kilometer ver maar mijn benen weigeren dienst. Wat overblijft is karakter en het besef dat ik mijn inspanning met uiterste precisie moet doseren. Ik heb nog even de hoop de man in het zwart voor me in te halen maar die kan nog net enkele procentjes energie uit zijn eveneens afgepeigerde lijf schudden. En zo blijf ik op mijn plaats, zo ongeveer in het midden van het deelnemersveld. Een gevleide uitslag die het mindere niveau van de korte loop weergeeft. Voor iemand mij zwartgalligheid verwijt, toch deze opgewekte noot. Het is hier schitterend lopen voor wie in goede conditie is. Of leuk wandelen voor wie geen sportieve aspiraties heeft: in het zonnetje, tussen de lichtgroene weiden, met aan de horizon de donkergroene Ardeense wouden. Nog even terug naar de wedstrijd. Aan km 6,5 worden we links een weide ingestuurd. “Let op uw enkels, Mijnheer” waarschuwt de signaleur. Dat doe ik ook. Net als ik me door een smalle opening in de omheining van de weide wil wurmen voor de laatste kronkels naar de finish, hoor ik gestommel en gehijg achter me. Zijn het de twee koplopers van de 12 km-run die zich klaarmaken voor de eindspurt! Van de twee Arnauds kan er maar één winnen. Het wordt mijn kennis Arnaud Renard. Voor Arnaud Maquet. Sylvain Lejeune volgt op enkele seconden.

Na de douche zie ik dat de laatsten van de 12km-loop binnenlopen. De anderen genieten buiten van het zonnetje op het fraaie terras (met bruggetje) van Tennissimo. De Limburgers, daarbij ook Bert Ernest, hebben een plekje gevonden aan het raam in het cafetaria. Er worden wat nieuwtjes uitgewisseld. Wist je bijvoorbeeld dat een van onze oud-joggingvrienden zich heruitgevonden heeft als sommelier? Het lijkt weinig waarschijnlijk dat we hem nog op de Luikse hellingen gaan terugzien…

(Foto’s Marie-Paule)