De bestorming van Alden Biesen

zon 06/12/2015 14u * De bestorming van Alden Biesen * 15,7 km * 01:17:07 * 12,2 * 51/138 * === * ♥♥♥

“Heb je je geamuseerd?” vraagt organisator Jürgen Ritzen me in de Tiendenschuur waar ik met enkele vrienden nakaart over de nieuwe loopwedstrijd, “De bestorming van Alden Biesen”. Ik twijfel even. De initiatiefnemer van dit nieuwe running-event verwacht en verdient ook een volmondig “ja”. Maar het lijden hangt nog te vers in mijn lijf en geest en het eerlijke antwoord kan alleen “neen” zijn. Neen, ik heb hier niet echt (en echt niet) genoten. In het parcours van 16 km zitten zes hellingen van verschillend kaliber verwerkt. Het decor is prestigieus, het landschap grandioos. Of dat tot grootse prestaties kan inspireren? De toeschouwers die hun idool hier tot zes keer kunnen bewonderen zullen ongetwijfeld wel een gezellige namiddag doorbrengen.
Ik had het kunnen weten na de verkenning van vorige zondag.

Alden Biesen 1

Maar je hoopt altijd op een begenadigde dag en een plotse conditiepiek in de euforie van de wedstrijd. Mijn opwarming voorspelt ook al niet veel goeds. Om mijn benen toch onder spanning te brengen hou ik me niet in op de dalende stroken van de eerste anderhalve kilometer. Ik sluit aan bij Guy Wauters en Jean-Pierre Wijnen maar in de eerste meters van de korte maar steile Keiberg word ik al onmiddellijk op mijn plaats gezet door deze twee sterkhouders van de Bilzerse Joggingclub. Ik dring niet aan. Ik wissel enkele woorden met Pieter Dullers. Ik ben verbaasd dat hij van achter me doorschuift. “Voorbereiding op de marathon, geen gekke dingen” is de verklaring. Dat belet niet dat hij zes minuten uitloopt. We passeren voor het eerst aan het Apostelhuis op het hoogste punt van het parcours. Ik herken Marie-Paule en even verder fotograaf Ronald Hacken. Weer mooie foto’s in het verschiet, te meer omdat ik Ronald uitdrukkelijk groet zodat hij weet dat ik er bij ben en me bij de volgende passage op mijn voordeligst in beeld kan nemen. Mijn ijdelheid evolueert omgekeerd evenredig met mijn conditie. De afdaling van de Eikendreef laat me nog even in de waan dat de benen soepel draaien. Ik geniet nog even van de skyline van Kleine-Spouwen (wie weet, misschien als enige van het driehonderdkoppige peloton) voor we rechts een rafelige betonweg opdraaien. Het tempo stokt meteen op het vals plat richting Baanhofstraat. Daar gaat Jean-Pierre Massot me met grote schreden voorbij. Voor de start heb ik nog met hem gegrapt dat we elkaar nog zouden tegenkomen. De vraag was wie de rug van de ander zou zien. Na 3 km ligt de volgorde vast. Ik zal Jean-Pierre de hele wedstrijd voor me uit zien draven. Het verschil blijft aanvankelijk beperkt maar loopt op het einde op tot 1’20”. Op de lange, rechte ruilverkavelingsweg snelt een vriendelijke jongeman me voorbij die ik later met grote snelheid in tegenovergestelde richting over de kasseien van de Maastrichterallee zal zien denderen. De lichte wedstrijdschoentjes die hij draagt zijn dus geen blits fantasietje. Ter rechterzijde wordt mijn aandacht getrokken door een seingeefster die zich met een warme sjaal tegen de wind heeft gewapend en zich zo te zien niet moet druk maken over aankomend verkeer uit Martenslinde.

Alden Biesen 2

De lange klim van de Notendreef komt eraan. De zijdelingse wind zorgt voor nog meer tegenkanting. Ik houd hier een gemiddelde van 11 per uur aan. Verscheidene groepjes gaan me voorbij. In één daarvan schuift Stefan Jans mee. De Eigenbilzenaar groet me met “meester”. Ik nader wel even op een jong manneke maar die schiet plots als een raket(je) vooruit en laat me alleen verder zwoegen. Boven word ik opgepept door Marc Maurissen die deze keer langs en niet op het parcours actief is. De lezer die Marc niet kent, leze alvast dit artikel. Er volgt nu een vlakke strook onverhard langs de buitenmuur van het Alden Biesen-domein. De wind van de laatste dagen heeft de modderstroken opgedroogd en… parcoursbouwer Johan Withofs heeft nog enkele verraderlijke passages over veeroosters vakkundig beveiligd. Ik loop de volgende kilometer in het gezelschap van een jonge man. Rechts voor ons komt een opgewonden paard met een vloeiende glijbeweging nog net voor de omheining van de wei tot stilstand. En we zijn beiden onder de indruk van een jong veulen (dame) dat (die) ons met hoge snelheid voorbijgaat. Een deelneemster aan de 10 km? Dat moet wel want ik finish in de buurt van de eerste dame van de 10 mijl. In dit gezamenlijke gezelschap van 10 en 16 km-lopers weet je niet voor welke wedstrijd iemand onderweg is. Ik heb wel al opgemerkt dat alle nummers dezelfde kleur hebben. Dat maakt het gevaarlijk om het tempo van een sneller groepje te volgen. Niet dat ik die bedoeling zou hebben. Daarvoor mis ik de kracht. Bij het binnenlopen van het kasteel hoor ik nog fans die ik zonder bril niet dadelijk herken aan de overkant van de weg… en die even later ook een genaamde Ludo aanvuren. Ludo Ramakers of een andere Ludo? In de klim op de Maastrichterallee dribbelt Paul Hendrix me voorbij, de aanmoedigingen van Paula (mevrouw Hertogen) ten spijt. Onder de boog van de toegangspoort tot het kasteel kruis ik Tom Partoens (vijfde van de race) die hier na bijna 10 km een voorsprong heeft van 2 km. Met die snelheid word je vijfde. Ik krijg nog een figuurlijk steuntje in de rug mee van de organisator himself voor ik weer even de benen kan ontspannen op de afdaling van de Keiberg. Meer zit er trouwens niet in. We krijgen nog een bult te verwerken die zelfs niet in het lijstje van de zes beklimmingen is opgenomen. Dan naar rechts op onverharde maar goed beloopbare paden naar de aankomstboog. De vierde klim begint al op het gras en loopt op het asfalt van de Bosselaar verder. Ik meen iets blauws te hebben opgemerkt. Als ik achterom kijk, zie ik Ludo Ramakers van de Mergellopers uit Riemst zich naar boven hijsen. We hebben vorige week hier nog samen verkend. Toen kon ik nog een versnelling plaatsen. Nu is het alleen nog overleven in de laatste 6 kilometer.
We lopen nu weer naar beneden door het kasteeldomein. Ik mijd de harde kasseien en drijf op het zandpad rechts de snelheid weer even op. Nog enkele honderden meters kan ik mijn positie handhaven. Tot we de Reekweg worden opgestuurd. Er is voldoende ruimte vrijgemaakt voor de lopers (in de Haspengouwchallenge wil dat wel eens anders zijn) en daarvan profiteren enkele achtervolgers om mij voorbij te gaan. Bij hen ook Ann Houbaer, naar later blijkt de eerste dame. Ik wacht op Ludo maar die komt niet. Op het onverharde pad van de vijfde kilometer maar nu in omgekeerde richting is het zoeken naar het beste spoor op het vals plat. Ik sterf een langzame dood. Ludo volgt in mijn spoor maar kan of wil maar niet voorbij. Bertho Cleuren schreeuwt ons naar boven. Ik snak naar adem. Mijn maag speelt op, het teken dat ik aan mijn limiet zit. Als u Ludo ooit zou tegenkomen in Kanne, Tilburg of Deerlijk en hij vertelt u dat hij nog fris zat op de top van de Notendreef, geloof hem niet. Ik heb zijn gehijg gehoord, dat was angstaanjagend. We krijgen nu de afdaling van de Notendreef om te recupereren… of de snelheid weer op te drijven. Dat doen de drie lopers voor me. De signaalgever links zwengelt de muziek nog eens aan om er de schwung in te houden. De eerste loper van het groepje heeft een beetje te veel schwung en glijdt uit in de bocht naar de Baanhofstraat. Als hij de modder van zijn witte shirt heeft geveegd, gaat hij ons alweer voorbij. Ik tel de meters af. Ik voer een gevecht met mezelf en de felle wind. Een eventuele reactie op een concurrent heb ik niet meer in de benen. De mevrouw zit nog altijd langs de kant zie het verslag van 10 kilometer geleden). Ludo nadert millimeter voor millimeter. Tussen de bomen is hij me dan toch eindelijk voorbij. Te oordelen naar de foto’s die ik achteraf onder ogen krijg moet Ludo zich al zo’n 8 kilometer in mijn zog hebben opgehouden. Wachtend op het goede moment of worstelend met de gewetensvraag of hij een ouder clublid niet zou laten voorgaan? In elk geval, mijn lot is bezegeld. Op de eerste helling van de Eikendreef (maximaal 5%) moet ik er onherroepelijk af. En zo gebeurt het ook. Ann en Ludo nemen langzaam afstand. Ik kan nog net in looppas blijven. We zijn boven. Ludo is nu ontketend en laat ook Ann achter. Het Apostelhuis ligt een driehonderd meter voor me. Ik heb voor het eerst naar mijn stopwatch gekeken en merk dat ik nog niet aan 1u15′ zit. Een tijd onder de 1u20′ – die ik vooraf als te optimistisch had ingeschat – is nog altijd mogelijk. Ondanks het verlies van nog een plaatsje verteer ik de laatste knik beter. Bertho Nassen – hij was de onbekende supporter van daarstraks – gidst me voorbij een tractor naar de laatste afdaling van de Bosselaar. Ik haal nog eens even veertien per uur in de laatste hectometers. Het voelt als een bevrijding aan als ik onder de oranje boog van de SQTM (Sports Q Time Measuring) loop. ) Ik eindig ruim onder de 1u20′.

Alden Biesen 3

Met de speling van drie munten haal ik zelfs in een volledige 10 mijl – de afstand is enkele honderden meter korter – mijn snelste doelstelling. Ik heb mijn niveau blijkbaar goed ingeschat en mijn relatief snelle start heeft me dan toch nog een mooie tijd opgeleverd. De chrono smeert wat balsem op mijn gepijnigd lijf. Ik heb net mijn flesje water aan de mond gezet of Daniel Drion van Hasselt komt over de streep. Fris als een hoentje. Trainingsloopje afgewerkt met het oog op de trails in de volgende maanden. We verlaten samen het strijdperk. Hij linea recta terug naar huis. Ik een kilometer verder naar de douches.
De Mergellopers sluiten hun loopjaar af met een in laatste instantie beslist etentje in het domein van Alden Biesen zelf. De warme gezelligheid jaagt de kilheid uit mijn knoken. De kleedruimte in de oude installaties van voetbalclub Rijkhoven leek wel een ijskelder.
Als ik na een lange dag mijn bedstede opzoek ontrolt de film van de loop zich nog enkele keren voor mijn geest. Alsof ik de knop “herhalen” heb ingedrukt. Rond drie uur val ik in slaap…

(Foto 1 van Ronald Hacken: Theo Huls links en Marc Castermans rechts bereiken de top van de derde helling. Geen pretje zo te zien. Aan Pascal Goessens vragen hoe die dat doet, jongens. Foto 2: Ronald drukt af op het ogenblik dat Paul Hendrix me voorbij gaat. Ik kruip nog net niet in de grond. Ludo Ramakers, in het blauw, volgt even verder. Foto 3 van Marie-Paule: Bekomen van de inspanning. De man in het blauw kent u uit het verslag. Alle foto’s van Ronald Hacken staan hier.)