zon 25/10/2015 10.15u * Oreye (Challenge hesbignon) * 9,6 km * 00:43:15 * 13,4 * 84/287* 7/22 * ♥♥♥♥

Oreye is na Mielen de meest Limburgse van alle Hesbignon-manches. Vanuit Oerle – dat is het Nederlands voor de gemeente – zie je bij goed weer zelfs de basiliek van Tongeren liggen. En de Limburgers zijn ook dit jaar weer in dichte drommen naar de ex-“suikergemeente” afgezakt. Armand Pirotte weet dit ook en kiest voor de “Côtes du Dragon” in Saint-Georges om de concurrentie uit de weg te gaan. Hij mikt daar op het podium, meldt Marcel Baeckelandt. En hij zal het nog waarmaken ook. Tweede plaats bij de veteranen 3, een trapje hoger dan Michel Mancini. Het parcours houdt voor mij geen geheimen meer in… maar de “Boucle d’Oreye” is dit jaar door wegwerkzaamheden wel aangepast, verneem ik in laatste instantie. Dan laten we ons maar verrassen. Achteraf kan ik zeggen dat het nieuwe parcours best aangenaam is want gevarieerd qua ondergrond en niet te steil qua beklimmingen.
Als we goed en wel vertrokken zijn krijgen we meteen een beklimming van 1300 meter. Het hoogteverschil bedraagt slechts enkele procentjes maar de spieren zijn hier nog in de inloopfase en dus mag je hier al niet over je toeren gaan. Ik ben vrij achterin het pak van start gegaan en schuif tussen vele bekenden op naar voren. Bijvoorbeeld Ianthe (dat is de voornaam) die samen met haar mama de vijf kilometer loopt. In mijn buurt zijn ook Stefan Meekers, Piro Calogero, Sarah Robinet en andere Marino Vandelli’s aan de “zondagse uitstap” begonnen.

Oreye 1

We zijn zo goed als boven aan de Chaussée Romaine (dat is de weg naar Tongeren waar fotograaf Eddy Defrère dit maal als signaalgever aan het werk is) maar worden even verder weer naar beneden gestuurd. Het is een strakke afdaling naar de vallei van de Jeker waar ik even van een 15 km-tempo mag proeven. We lopen het park van het kasteel van Otrange binnen. Niet ver voor me zie ik het echtpaar Maja Van Zand en Kris Govaerts over een veerooster springen. In het bos achter het kasteel word ik even opgehouden door een forse collega die voor mijn gevoel net even te traag loopt maar ik wacht tot we op het beton in het dorpje Otrange komen om hem voorbij te gaan. Ik ben wel wat genaderd op Maja maar Kris is intussen verder weg. Dat belooft voor mij niet veel goeds als ik hier een einde wil maken aan de reeks zeges die Kris in onze onderlinge duels heeft geboekt. Het beton wordt gevolgd door een grasstrook van zo’n 700 meter. Ik haal Maja hier bij en loop op luttele meters van categoriegenoot Albert Vandensavel. Een forse knik omhoog en een scherpe draai naar links. We zijn nu weer boven op het plateau waar de wind vrij spel heeft en in ons nadeel blaast.
Voor ik mijn eigen relaas verderzet, zoom ik even in op de voorste gelederen van het intussen uitgerekte peloton. Veteraan 1 Thierry Vanherck van Jeuk die ver voor mij rond de veertigste plaats evolueert heeft zijn tactiek in deze wedstrijd aangepast. Hij is in de vorige wedstrijden telkens rond de derde kilometer voorbijgesneld door het duo Henno-Zielinski. Vandaag wil hij het anders aanpakken. Niet meer te snel van start gaan maar in het spoor blijven van zijn dubbel mikpunt. Ook ditmaal is het boter aan de galg. Na ongeveer dezelfde afstand schakelt de Tongerse tandem enkele tandjes hoger en moet Thierry met lede ogen toezien hoe de twee in de verte verdwijnen. En dan is Luc Henno zelfs al veteraan 3. Zonder concurrentie voor de eerste plaats, dat spreekt vanzelf.

Oreye 2


We zijn dus op de Rue du Geer die hier overgaat in de Langesteeg. De veredelde ruilverkavelingsweg brengt ons even op het grondgebied Lauw. Peter Salmon is nu bij me gekomen. Ik heb hem tijdens de opwarming opgemerkt en ben niet verbaasd dat we elkaar in de wedstrijd tegenkomen. In april zijn we lange tijd samen op pad geweest in Waremme. Ik ga weer voorbij Peter. Maar vraag me af of ik me niet beter zou verschuilen achter de rijzige gestalte van de veteraan 1. Ik wil echter tempo blijven maken in de wankele hoop aan te sluiten bij een groep zo’n veertig meter voor me. Daar lopen twee leden van Atletiek Club Alken. De ene is Kris Govaerts, welbekend bij de lezer en de andere Edouard Pelgrims. Zijn naam verneem ik achteraf, zijn leeftijdsklasse ook, veteraan 3. Ik herken ook Camille Motte, aînée 2. We lopen weer Wallonië binnen als we in de straten van Otrange uitkomen. Ik ben al enkele kilometers onder de indruk van het tempo en de fighting spirit van Maja. Als ik even inhoud gaat ze me zo weer voorbij. Ik moet mezelf nochtans van de karwats blijven geven om Albert Vandensavel binnen bereik te houden. Kris Govaerts heeft het groepje met Camille Motte in de steek gelaten en zal nog een minuut uitlopen. Een bultje in Otrange doet even pijn. Plots zie ik een man in het zwart met een passende pet naast me opduiken. Een veteraan 3? Ik zal het pas weten in de kleedkamer. Het is Eddy Van Hoof, veteraan 2, uit Begijnendijk. Met mevrouw op weekendtrip in Wallonië, zullen we maar zeggen…

Oreye 3


Even verder krijgen we weer een klimmetje te verwerken. Peter Salmon die de hele tijd voor me uit heeft gedraafd krijgt het hier moeilijk. Eddy blijft aanklampen. Maja heeft nog energie voor een grapje als ze fotograaf Louis Maréchal in de mot krijgt. De weg loopt langzaam weer omhoog. “Al weer een berg” zucht Maja als we de bocht naar de Rue Saint-Eloi nemen. We zijn nu opnieuw op het beginparcours maar dan in tegengestelde richting. Die nieuwe beklimming is er voor Maja te veel aan.
De strakke afdaling van daarstraks is nu een pittige klim geworden. Dit zou een mooie springplank kunnen zijn om de achterstand met Albert in één klap goed te maken. Mijn V3-concurrent harkt zich naar boven. Mijn stijl zal wel niet vloeiender zijn. Effectiever evenmin want ik blijf op een dikke 10 meter hangen. Ik ga de man voor me wel voorbij maar Albert is intussen ook een plaats opgeschoven. Na de doortocht door een bosschage boven krijgen we meer dan een kilometer afdaling. Ik ben op enkel meters genaderd van het groepje voor me waar ook Jean-Marc Thonon bij loopt. Die is ook een stuk sterker geworden… of ik zwakker. Tweehonderd meter voor de bocht naar de laatste rechte lijn. Eindelijk ben ik erbij… maar Albert heeft me zien (of horen) aansluiten en plaatst even verder een demarrage waar ik geen antwoord meer op heb. Door de temposnokken in de laatste dalende kilometer heb ik geen overschot meer in de klim naar de finish. Albert is buiten bereik. Hij houdt drie seconden over. Ik wil in elk geval de man met de zwarte pet achter me houden. Tot drie keer toe trek ik mezelf op gang. Ik red het met twee seconden. En zo worden voor mij de laatste 400 meter nog de zwaarste van de loop.
Mijn plaats staat vast, dat is zeker. Want na de problemen met de chip in de vorige Hesbignon-wedstrijden heb ik een nieuw nummer dat wel betrouwbaar is. Claudy Dechanet staat voor de caravan met de registratie-apparatuur en meldt me bij het overschrijden van de matten dat de chip “gepakt” heeft. Dat noem ik klantenservice.
Ik moet vrede nemen met plaats 7 in mijn leeftijdsklasse. En die positie is nog gevleid door het afhaken van Juul Kempeneers en Raphael Van Den Broeck die respectievelijk door ziekte en blessure niet op volle kracht kunnen acteren. Noël Heptia kan met een geblokkeerde rug door een ongelukkige beweging kort voor het vertrek zelfs niet starten. De tijd tot de prijsuitreiking die ik letterlijk en figuurlijk van verre gade sla, breng ik door in het gezelschap van onder meer Jean-Pierre Immerix die mijmert over lang vervlogen tijden toen de knieën nog intact en de 10 km-tijden nog scherp waren. Jean-Marie Haekens is dan al naar huis vertrokken, “om te gaan werken voor het pensioen van Willy” zoals hij het tegen Marie-Paule uitdrukt. Dank je, Jean-Marie.

(Foto’s Louis Maréchal. Foto 1: Thierry Vanherck – op de tweede rij in blauw tenue – nog in de buurt van Luc Henno en Michel Zielinski. Foto 2: Met Maja poseren voor de fotograaf. Eddy Van Hoof volgt ons voorbeeld. Foto 3: Jean-Pierre Immerix zonder pijn maar niet zonder moeite onderweg.)

Naar boven