Soumagne (Challenge L’Avenir)

vri 17/07/2015 19u * Soumagne (Challenge L’Avenir) * 20,2 km * 01:51:02 * 11 * 123/293* 6/22 * ♥♥

Voor dit weekend heb ik gekozen voor een langere wedstrijd, de halve marathon van Soumagne in de Challenge L’Avenir. De organisatoren doen geen moeite om de schijn hoog te houden en communiceren openlijk de afstand: 20,5 km. In werkelijkheid halen we die afstand ook niet helemaal. Maar dat zal ik pas weten als ik de Strava-track van een collega-loopster onder de ogen krijg. Waarom ik dat zelf niet weet? Dat lees je onder meer in dit verslag. Ik verneem gisteren toevallig dat ook Jo Vrancken zijn opwachting zal maken in Soumagne. Hij wil zich zelf opvolgen op de erelijst van de 7 km. Een mooie uitdaging. Zelf heb ik niet zulke hoge ambities. In de buurt komen van mijn tijden in de twee halve marathons die ik dit jaar heb afgewerkt – om en bij 1u45 – en als het even kan genieten van het Land van Herve. Toch maar afwachten: ik weet niet hoe het parcours er precies uitziet – een hoogteprofiel op papier kan in werkelijkheid heel anders uitpakken – en vooral vandaag is het weer een warme dag. Hoe zal ik de combinatie heuvels en hitte verteren?
Om onduidelijke redenen moeten we zo’n kwartier wachten op de start. Niet zo slecht, denk ik, dan is de temperatuur misschien al wat gedaald. De eerste 5 km lopen rechtdoor naar Herve. Het is het Ravel-fietspad, meestal beschut door gebladerte. Wat eentonig na een tijdje maar wel aangenaam als inleiding op het zwaardere werk. Na 1,5 kilometer ga ik voorbij Raymond Jungblut en Jean-Louis Voss, twee kennissen van mijn leeftijdsklasse die mij nog enkele aanmoedigingen meegeven bij het passeren. Ik schat hun ranking wat hoger in dan de mijne en vraag me dus af of ik niet te fel van stapel loop. Ik hou een gemiddelde aan van net onder de 5′ per km en zit dus voorlopig op schema. Een tien- tot vijftiental meter voor me lopen Serge Gillet en Roger Van Langeveld, veteranen 2 en challenge-schuimers zoals ik, maar dan in de overtreffende trap. Ik herken Herve aan de rechterkant. We draaien links op, langs wat lijkt op een bedrijvenzone. Hier voel ik voor het eerst de zon steken. Ik heb me daarnet kunnen verfrissen met een bekertje water en steek een natte spons onder mijn petje maar echt prettig zit dat niet. Serge en Roger nemen nu plots voorsprong en ik word nog door een aantal andere lopers voorbijgestoken. Vanaf km 6,5 lopen we op “panoramahoogte” ook al verstoort de laaghangende zon en de heiige lucht wel wat het uitzicht op het weidelandschap van het Land van Herve. Aan de horizon tekent zich een groene “terril” af, een oude puinheuvel van de mijnen. Ik heb mijn petje intussen weer afgezet. De afkoelingstruc die ik vanmiddag heb uitgedacht helpt in de praktijk niet echt. Het hoofd met water besprenkelen doet wel deugd maar een ravitaillering om de vijf kilometer is echt het minimum op een dag als vandaag. Ik heb trouwens al dorst vanaf het ogenblik dat we de Ravel hebben verlaten na één vijfde van de loop. Aan km 8,5 duiken we Bolland in met enkele scherpe afdalingen tot 14%. Niettemin kan ik niet echt snelheid maken. Wonderbenen heb ik vandaag zeker niet. Ik besef dat ik het nog zwaar ga krijgen in de volgende voornamelijk stijgende kilometers. In de middenmoot van de wedstrijd kan ik nog net mijn doelgemiddelde aanhouden maar als Raymond Jungblut me voorbijgaat rond km 10 kan ik niet aanhaken.

Soumagne 1


De eerste bruuske knak in het tempo komt er na 12,5 km als we bijna een kilometer op een onverhard pad omhoog moeten naar Heuseux. Deze dertiende kilometer kost me 6 minuten. Ik heb in de voorbije kilometers voornamelijk plaatsen verloren. Alleen een Seraing-runner (ook een veteraan 3?) kan ik zelf nog voorbij… en Pierre Brouwier die meestal minuten voor me eindigt. Pierre liep vooraan maar moest in het bos plots een sanitaire stop inlassen. Gevolg: goede positie weg en motivatie weg. In de klim van Heuseux naar Cerexhe zet het verval zich verder. Daar boven in het dorp is ook Jean-Louis Voss plots bij me. Er volgt eindelijk nog eens een lekker stukje op de dalende asfaltweg als we de dorpskern verlaten. Ik kan even de benen ontspannen en laat Jean-Louis weer achter. Ik blijf zijn zware ademhaling wel horen tijdens de afdaling. Ik loop er zelfs Serge Gillet en Roger Van Langeveld voorbij. De immer vriendelijke Roger groet me nog even in het voorbij gaan. Ik haal ook nog ene Serge in. Maar de afdalingspret is van korte duur. We draaien rechts een bosje in. Ik kom door de vermoeidheid haast ten val op de dikke keien die hier in de eerste meters liggen. Op het smalle pad tussen de bomen is Jean-Louis blijven haperen in een bochtje en volgt even verder. Opletten hier voor de boomwortels en goed het lint volgen om het spoor niet bijster te raken. Ik maak plaats voor Roger en Serge die snel afstand nemen. Na 1 km komt er een einde aan de bultjes in het bos. Nog even een grasstrook en een steile bocht vooraleer we weer op het asfalt komen… waar het blijft oplopen. Hier in Melen na 16,7 km en met een hoogste stijgingspercentage van 10% geeft de batterij van mijn Garmin de geest. Symbolischer kan haast niet, mijn energie is ook op. Ik sleep me voort en schakel tot twee keer toe over op wandelen. Ik wacht op Jean-Louis om in zijn gezelschap naar de streep te krasselen. Maar door krampen kan hij zelfs mijn sukkeldrafje niet volgen. Er wacht nog een gemene helling, geeft hij mij nog mee. Als dat al geen aanmoediging is… En zo ziet het er naar uit dat dit één lang verhaal van smart en pijn wordt… als ik niet getuige was geweest van een blijde gebeurtenis langs het parcours. Op een weide langs de Rue Reux (km 18) wordt een kalfje geboren. Een blijde gebeurtenis voor de landbouwer, voor mij en mijn buur in de wedstrijd, de moeder en de vader(?).
Na dit onverwachte intermezzo begin ik aan de Rue Haute, 800 meter lang. Dat moet de bewuste helling zijn waar Jean-Louis me voor waarschuwde. Tijdens de klim zoek ik even verpozing onder de weldoende stralen van een watersproeier. Voor we opnieuw onder het viaduct van deE40 doorlopen krijgen we nog even een afdaling. Maar een echte versnelling zit er niet meer in. Ik ben moe en – nog erger – ik heb er geen zin meer in. Voor mijn zelfbeoordeling had ik me tot halfweg nog met drie hartjes bedacht maar ik moet mijn “rating” naar beneden bijstellen. Aan kilometer 19 is er nog een korte passage op een veldweg. Serge Collard (zie km 14) komt bij me en meldt me dat we de laatste helling achter de rug hebben. Ik ben hem weer voorbij voor we de 400 meter lange Avenue de la Coopération opdraaien. Ik zie nog enkele collega’s voor me maar de benen weigeren elke samenwerking. Ik haal in de laatste 3 kilometer nauwelijks 9,5 km gemiddeld. Na 1u50′ loop ik dan eindelijk de laatste rechte lijn op naar het Sportcentrum van Soumagne. De pijn wordt even verzacht door het applaus van drie fans. Ik krijg goed nieuws te horen van mijn Limburgse vrienden – Jo Vrancken wint de 7 km en Stijn Vanderbeuken wordt vijfde – maar zelf ben ik te moe en te dorstig om mijn eigen ervaringen uitgebreid te beschrijven. Een kwartiertje later is mijn eerste dorst gelest en trek ik naar de douches. Die maken wel bizarre geluiden maar bieden voor het overige alle comfort aan de afgematte lieden die zich hier ophouden. Nog een blonde Leffe en we rijden door de zwoele nacht terug naar het Limburgse land.


(Foto Marie-Paule: Het podium van de 7 km. Jo Vrancken op het hoogste schavotje.)