Fumal (Challenge hesbignon)

zat 29/08/2015 19u * Fumal (Challenge hesbignon) * 11,25 km * 00:55:34 * 12,1 * 54/197* 3/14 * ♥♥♥♥

Fumal, gemeente Braives, in de aantrekkelijke vallei van de Mehaigne is de plaats van afspraak voor de vijftiende wedstrijd van de Challenge hesbignon. Ik begin al een uur vooraf aan mijn voorbereiding om de benen los te schudden en opnieuw kennis te maken met een gedeelte van het parcours. Daarbij loop ik me vast in een natuurgebied aan de Mehaigne. Even bekruipt me de angst dat mijn nachtmerrie van eergisteren (ik mis de start van de wedstrijd) bewaarheid wordt maar een groepje met Richard Paulissen brengt me weer op het juiste pad.
Door het warme weer staan er minder deelnemers aan de start, maar toch nog altijd een respectabele 197 voor de lange loop.

Fumal 1

Richard Driesen van Sint-Truiden maakt zich met enkele gracieuze bewegingen los uit de gebruikelijke wirwar na de start. Het levert hem de bewondering op van zijn clubvrienden die zijn elegantie vergelijken met die van een antilope. De aanloop is vlak en koel op het Ravel-fietspad. Ik loop in het gezelschap van Mario Smolders met een tempo net boven de 12 per uur. Aangenaam voor mijn benen maar waarschijnlijk wat te traag om mijn V3-companen bij te houden. Maar ik weet dat er ons nog heel wat klimmeters te wachten staan en hou dus maar wat reserve. Mario haakt al snel af en zal in de volgende weken nog wat trainingskilometers voor de boeg hebben (en nog enkele grote “toeren” in het gezelschap van Roland Vandenborne) om weer op het niveau te komen van enkele maanden geleden. Na twee kilometer draaien we scherp naar links een klimmende veldweg in. Ik haal snel een aantal lopers voor me in, onder meer Sarah Robinet die in Waremme nog voor me eindigde. De zon heeft hier vrij spel …en de klim blijft maar duren. Na 800 meter onverhard draaien we links de rue de Marneffe op voor een kilometer op het asfalt met 3,6% gemiddeld en stukken rond de 6%.

Fumal 2


Eens ik Noël Heptia heb gelokaliseerd loop ik snel op hem in. Ik ga voorbij een tiental collega’s die zich hijgend en puffend naar de top slepen. Vanop een stoppelveld brengt fotograaf Louis Maréchal de slaven van de weg in beeld. Voor we rechts opdraaien naar een smalle onverharde strook kunnen we ons even laven aan een drankpost. Ook Antilope Richard heeft dorst en staat zelfs stil aan de dranktafel. We zijn nu op een plateau waar ik Camille Motte voorbij loop. Intussen volg ik op korte afstand van een groepje waarin ik Armand Pirotte heb herkend en na enige observatie ook Marcel Baeckelandt die zich meestal heel wat meer vooraan in het deelnemersveld bevindt. Bij de bocht voor het bord van km 5 heb ik 10 seconden achterstand op Armand. Het zal toch nog twee kilometer duren voor ik die kleine kloof heb overbrugd. We moeten eerst over hobbelige en beenharde tractorsporen vooraleer we een korte duik nemen in een weide. Het pad is smal. Mijn visueel geheugen is nog onaangetast (in tegenstelling tot andere vitale functies voor een loper) en ik ben dus alert voor een smalle chicane die ik herken van mijn vorige deelname twee jaar geleden. Na een smalle passage in een streepje bos gaat het bergaf tussen enkele huizen. We halen hier net geen vijftien per uur. Op tijd afremmen voor de scherpe bocht naar links om niet in een diepe weggoot terecht te komen. Het gaat weer omhoog. Voor mij de gelegenheid om aan te sluiten bij het groepje voor me. Boven zie ik rechts een bordje staan met een uitroepteken. Opletten dus! Die waarschuwing staat er niet voor niets: daar is toch weer niet de Chaussée romaine (of iets wat er verduiveld op gelijkt: zijnde grote, puntige en schijnbaar achteloos neergesmeten stenen)! Vandaag moeten we die kruisweg af. De lopers voor me nemen geen risico’s en ik kan rustig in hun zog volgen. Voor wie hier wel wil door jassen, zoals Raphael Vandenbroeck, is deze passage wel een potenbreker. Dat komt er van als je als winnaar van de veteranen 3 een halve minuut per kilometer sneller loopt dan ondergetekende. Eenmaal bevrijd van de stenen foltering schuif ik op naar voren. In het groepje loopt ook Eric Limet die wel vaker in mijn onmiddellijke omgeving loopt in deze challenge. Na de finish kan ik met de hulp van zijn vrienden ook een naam plakken op de man in het wit met de onafscheidelijke pet en bidon. Terwijl ik het groepje voorbijloop plaag ik Marc Tutelaire nog even met de opmerking dat hij Armand Pirotte niet te fel moet aanmoedigen.
Ik neem als eerste een rechtse bocht naar de Rue de Fleuron waar ik daarstraks ook bij mijn verkenning ben doorgekomen en waar zich enkele huizen bevinden. Ik vraag een door de hitte getekende Marcel Baeckelandt wat er aan de hand is. Ik bedoel: waarom zit je hier zo ver achteraan? “Cool, cool” is het antwoord. Dat betekent: ik doe het rustig aan. Achteraf zal blijken dat Marcel zich op een triatlon voorbereidt en deze wedstrijd als een looptraining opvat. We verlaten de vallei van de Mehaigne meteen. Op een eerste heuveltje merk ik dat Armand zich in mijn spoor heeft genesteld. Maar op het vlakke moet hij plots enkele meters laten. “Je bent net op het goede ogenblik weggegaan” aldus Armand na de finish. Maar een doordacht tactisch plan was dat zeker niet. In elk geval, ik neem snel voorsprong en ik loop nu alleen. Voor ons uit loopt Jules Kempeneers in een ander groepje. Maar dat weet ik van Marcel, zelf heb ik hem niet opgemerkt. Het loopt weer op, een kleine driehonderd meter. De bomen links van me bieden geen beschutting want de zon staat rechts en profiteert van een van de laatste zonnige dagen om ons de duvel aan te doen. Dit is het stuk waar ik Matteo Dattoli – derde vandaag – daarstraks bij het inlopen hoorde zeggen “Hier moet je geven”. Ik geef alleszins niet alles, het vervolg van het parcours is ook niet van de poes en ik wil nog iets overhouden als Armand toch nog uit de achtergrond zou opduiken. Rechts staat een signaalgever die een gezellig babbeltje slaat met enkele omstaanders en intussen zijn stokje langs zijn lijf laat bungelen.

Fumal 4

Gelukkig weet ik dat ik scherp links moet indraaien naar het kasteelpark. Daar is de tweede drankpost. Weer verkeerd opgesteld, denk ik. Maar ik vergis me, we moeten rechts in en kunnen het bekertje met de rechterhand meegrissen. Ik verfris me even voor ik het bosje inloop. Daar is Philippe Bertholet, nog een goede bekende van mijn niveau. Weer een plaatsje gewonnen …dat ik even later weer verlies als ik abusievelijk naar rechts afbuig. Ik ga Philippe een tweede keer voorbij. Fotograaf Eddy Defrère is er ook bij. En nu? Te oordelen naar het gespannen lint moet ik hier naar links. Ik ben niet de enige die twijfelt. Jules Kempeneers – tweede in mijn categorie – is hier rechtdoor gelopen onder het lint en moet natuurlijk op zijn stappen terugkeren. Park uit, terug naar de aankomstzone. Nog een fotoklik van Jean-Louis Masson en een aanmoediging van Pierre Dubois beneden en ik ben klaar voor de laatste klim van de dag. Ik passeer een in zwart geklede loper die helemaal is stil gevallen. Dat moet Albert Vandensavel zijn, nog een veteraan 3. Hij bekoopt zijn snelle start.
De laatste klim is meteen de steilste. 400 meter door de nauwe straatjes van Fumal en op de route de Warnant. Tot 7%. Ik sukkel naar boven maar blijf wel in beweging. Dat moet voldoende zijn om mijn positie te behouden. De seingevers kijken ernaar en zwijgen. We verlaten het asfalt en duiken een weggetje in naar het bos aan de oever van de Mehaigne. Ik heb dit stuk verkend en ben dus niet verrast als plots het licht uitgaat in het bos en we op modderig terrein tussen grote plassen moeten laveren. Nu nog de laatste kilometer over een graspad. Ik kijk nog een keer achterom. Een dame in het rood nadert snel. We draaien naar rechts over een houten bruggetje. Op de single track moet Camille Motte – zij is uit de achtergrond opgerukt – even wachten voor ze voorbij kan. Ze passeert mij en de man voor me in één beweging. Daar is de laatste bocht en de rechte lijn van 100 meter naar de finish. Camille – vierde dame, roept een toeschouwster – draait als eerste op. “Allez Monsieur, courez après la dame” moedigt dezelfde toeschouwster me aan. Ik versnel maar dan wel om de man voor me nog achter me te laten. Dat lukt zonder veel tegenstand.

Fumal 3

“Derde” geeft Jos Biets me nog mee als ik over de matten glijd. Met dank aan de beperkte tegenstand en toch wel een eervolle prestatie. Later op de avond ontvang ik een setje toiletartikelen wat me op spottend gelach van enkele dames komt te staan. Maar er blijkt opnieuw een fout geslopen in de uitslag. Ik sta te hoog genoteerd met een minuut minder dan mijn reële tijd opgenomen met mijn eigen Garmin. Ik heb de vergissing gemeld aan Francis Brants en de uitslag boven dit verslag al aangepast. De derde plaats in mijn leeftijdsklasse klopt wel.
Het is aangenaam toeven op het grasveld voor het voetbalveld van de Jeunesse Sportive Fumal. Aan de overkant is de kasteeltoren gehuld in de rode gloed van de ondergaande zon. Ik babbel na met enkele gouwgenoten, onder meer met veteraan 4 Jozef Herbots. Ik smaak ook het genoegen een tijdje door te brengen in een gezelschap met dagwinnaar Freddy Loncar. Armand zingt de lof van een weldoende zalf voor sportlui, wintergroenolie. Nooit van gehoord? Ik ook niet, ik ga het in elk geval eens uittesten. Na de tombola is het weer afscheid nemen tot een volgende loop. Het is rustig op de autoweg, om half elf ben ik weer in het vertrouwde Heukelom.

(Foto’s 1 en 2 van Louis Maréchal. Foto 1: Het kasteel van Fumal, in een groen decor. Foto 2: Marcel Baeckelandt en Marc Tutelaire – vooraan in het blauw en het wit – hebben nog zin een geintje op de lange beklimming. De dame in het rood is Camille Motte. Verder naar achter Noël Heptia in het groen. Foto 3 en 4 van van Eddy Defrère. Foto 3: Winnaar Freddy Loncar. Foto 4: Voorbij Philippe Bertholet in het kasteelpark.)