Saint-Georges sur Meuse (Challenge hesbignon)

zon 03/11/2013 10.15 u * Saint-Georges sur Meuse (Challenge hesbignon) * 10,9 km * 00:51:35 * 12,6 * 156/725 * 6/35 * ♥♥♥♥

De organisatoren van de Côtes du Dragon in Saint-Georges hebben voor twee primeurs gezorgd : een tombola met “slechts” één prijs, een elektrische Renault Twizzy, en een doortocht door het park van het Château de Warfusée. Met meer dan 1000 – voor twee wedstrijden – beproeven we ons geluk … en onze benen.
Met Roger Igo en Valère Sauwens en mijn twee Hesbignon-maatjes Rosario en Noël aan de start, moet ik mikken op een vijfde plaats in mijn leeftijdsklasse. Roger heeft zijn eerste prijs al vast en geeft Valère de ruimte. Hij zelf eindigt vierde. Rosario en Noël gaan hand in hand over de finish en verdelen de tweede en derde plaats. Ik hou vandaag twee lopers in het vizier: Kris Govaerts die zeker mijn challenger wordt voor de vijfde plaats bij de veteranen 3 en Gerard Thiessens die alsmaar beter begint te draaien en met wie ik nu al weken een sportief privé-oorlogje uitvecht.

Saint-Georges


Voor de start geeft Alain Thiry met luider stemme de laatste consignes mee aan de 725 vertrekkers. Zijn gebrul is voor mij al even onverstaanbaar als het gebruikelijke megafoongeschal. Na een soort valse start zijn we dan toch op weg voor een heuvelachtige ronde die ik drie jaar geleden ook liep maar waarvan de herinnering intussen is vervaagd. In de dalende eerste kilometer ga ik voorbij Maja Van Zand en Kris Govaerts, getooid met een rode bandana en voor mij dus makkelijk herkenbaar in de massa. Dan duikt de eerste “côte” al op, steil maar vrij kort, zoals de andere hellingen die we moeten nemen. Voor het eerst speelt Kris haasje-over. Ik ga hem op het vlakke weer voorbij. Na een pittig begin moeten we een kleine twee kilometer braaf in het rijtje blijven lopen op smalle paden tussen hoge prikkeldraad. Maar ook hier wurmt Kris zich weer voorbij. Op de volgende steile klim probeer ik mijn ademhaling en beenbelasting onder controle te houden om nog reserves te houden voor het vlakke. Dat lukt aardig en ik verlies zelfs geen posities, tenzij aan één man, Kris. De hoop om nog eens terug te komen kan ik al snel laten varen. Op de top steekt de Truienaar nog een tandje bij en neemt snel afstand. Mijn tempo houden lukt net, versnellen zit er niet in. Kris is buiten bereik. Maar waar zit Gerard? Ik ben hem al kwijt geraakt voor het vertrek en het is voor mij gissen waar hij zich ophoudt. Ik speur tevergeefs naar het looptenue waarvan ik de kleurencombinatie voor de start onder mijn hersenpan heb opgeslagen. Hij zal wel achter me volgen, besluit ik.

Saint-Georges Kasteel

Halverwege dwingt de route door het bos ons tot een partijtje modderballet. Het is een stuk waar Gerard die voor trailschoenen heeft gekozen in het voordeel moet zijn. Na afloop vertelt hij mij dat hij zich tijdens die bewuste glibberige passage afvroeg hoe het mij zou vergaan op mijn reguliere sloffen. Aan de zevende kilometer komen we weer op het asfalt in open gebied. We nemen nu een bocht waar ik een goed zicht krijg op de lopers. Ik merk een witte broek op met een oranje streepje en een donker shirt. Lap, het is zo ver. Gerard die ik achter me waande heeft zo’n 150 meter voorsprong die ik zelfs met een supersonische versnelling niet kan goedmaken. Kris volgt kort achter Gerard. Ze zullen zo’n twintig plaatsen voor me eindigen met een voorsprong van 45 seconden. Ik haal de twee doelstellingen van de dag niet maar ik kan mezelf toch oppeppen om er de vaart in te houden en zelfs nog wat op te voeren. Tot in de laatste meters haal ik concurrenten voor me in, al heb ik geen verhaal tegen de eindspurt van enkele jongere snaken. De jongste snaak – een blond jongetje die net zijn communie heeft gedaan – houdt me enige tijd gezelschap in het bos tussen de twee kastelen op het parcours. Hij heeft al een ongewone uithouding maar blijkbaar nog geen notie van het lopen in groep, getuige zijn neiging om voortdurend in mijn richting te dringen. Als zijn ademhaling begint te stokken en zijn tempo nalaat, eindigt ons innig samen-zijn. Overigens was het best een sympathiek ventje want welke deelnemer vraagt in de laatste kilometers nog aan een afgepeigerde collega “ça va, monsieur?”. “Zou hij dat vragen aan iedereen die hem voorbij loopt” denk ik bij mezelf. Of … zou hij het vragen uit bezorgdheid? Door de krachtpatserij van de laatste kilometers kunnen we niet meer echt genieten van het kasteel van Warfusée en zijn omgeving. Gelukkig hebben we tijdens de opwarming deze parel van 18de eeuwse bouwkunst, de eeuwenoude bomen en het uitzicht op de Maasvallei kunnen bewonderen. De jogging geeft ook Marie-Paule de kans het privé-domein, althans het park, te bezoeken en op de gevoelige plaat vast te leggen.
Op de dag van de draak ken ik vijf hartjes toe aan aan Kris en Gerard voor hun prestatie en aan Marie-Paule die zo lang stoelen heeft vrij gehouden maar die ons niet ziet opdagen omdat we vastzitten in de file aan de douches. Zelf kan ik met een verdienstelijke totaaluitslag – ruim bij het eerste kwart – naar Heukelom afreizen, weliswaar in mijn oude Volkswagen diesel. De Twizzy is voor een Luikse dame …


(Foto 1: Jo Defrère: Het peloton in de eerste meters. Op de voorgrond met nummer 1169, Jean-Marie Haekens. Foto 2 Marie-Paule: Het kasteel van Warfusée. Film: Marie-Paule: Doortocht in het kasteelpark.)