Gemmenich (Challenge L’Avenir)

zat 5/10/2013 16 u * Gemmenich (Challenge L’Avenir) * 10,7 km * 0:51:04 * 12,5 * 72/186 * 6/12 * ♥♥

Als ik de wedstrijd van Gemmenich in mijn loopagenda aankruis, heb ik nog het idee dat ik voor de eerste keer in de drielandenregio zal aantreden. Bij Marie-Paule rinkelt er wel een belletje. Even gaan piepen in de annalen en inderdaad, vorig jaar stond ik er ook al aan de start. Na het herlezen van mijn verslag kan ik me de loop van 2012 weer gedeeltelijk voor de geest halen. De klim is een blinde vlek, de lange afdaling in het gezelschap van Jean Dessouroux staat wel nog in mijn geheugen gegrift. Ik kijk ook met enig ongeloof naar mijn tijd van 46 minuten. Onder de 50 minuten blijven zou dit jaar al een succes zijn. Nadat ik de training van woensdag met pijn in de benen heb afgewerkt, heb ik een dagje bijkomende rust genomen. Nu maar hopen dat de spierpijn achterwege zal blijven.
De eerste vlakke kilometer voorspelt alvast weinig goeds. In het dorp krijgen we al een eerste hellende strook af te werken. Eenmaal buiten de bebouwing kronkelt een asfaltweg met steile haarspeldbochten het bos in. Ik haal hier gemiddeld 10,5 per uur. Niet denderend maar sneller dan de veteranen 3 die op de plaatsen 3 tot en met 5 zullen eindigen. Misschien kan ik voorbij de top de benen enige ontspanning bieden om opnieuw snelheid te zoeken in de lange afdaling die voor ons ligt. Maar de pijnlijke prikkels in de onderbenen willen niet wijken. Een eerste groepje schuift me al op het vlakke gedeelte in het bos voorbij. In de kilometerlange afdaling word ik overspoeld door lopers die ik in de klim heb achtergelaten. De zesde en snelste kilometer doe ik in 4’10” maar dat is ondermaats op een parcours waar je een goede tijd uit de afdaling moet puren. De frustratie is zo mogelijk nog pijnlijker. Terwijl we ons naar Moresnet met zijn bekende kruisweg reppen, vraag ik me af: “Zou ik niet beter een einde maken aan mijn eigen kruisweg, zou ik er na vandaag niet beter helemaal de brui aan geven?”. Ik schuif de zwartgallige gedachten opzij en sukkel tot aan kilometer 9. Met de moed der wanhoop kom ik boven op de tweede kortere beklimming tussen de weiden. De benen zijn nu volledig stuk en zelfs de laatste vlakke kilometer is een foltering. Na 51 minuten word ik eindelijk uit mijn lijden verlost. Mijn gezel Gerard Thiessens is na een voorzichtige start gaandeweg beter in de wedstrijd gekomen, hij vond zelfs de laatste helling nog meevallen. Gerard kan wel nog genieten van de terugweg over de groene heuvels en dalen van Sippenaeken en Voeren …