Barchon ( Challenge L’avenir)

zat 09/03/2013 15.00 u * Barchon ( Challenge L’avenir) * 10,5 km * 0:52:00 * 12 * 69/281 * 2/12 * ♥♥♥

Barchon

In het ruime aanbod van het weekend gaat mijn voorkeur uit naar Barchon, op de kalender van de Challenge L’Avenir. Niet in het minst omdat ik na de strapatsen van vorige week in de modder van Nandrin nu een omloop op het asfalt hoop te betwisten. Maar niets is minder waar. Overigens heb ik het aan mezelf te danken dat ik verrast word door een parcours dat grotendeels door bos loopt. Ik was zo zeker van mijn stuk dat ik het niet nodig vond om bij mijn vriend Google te rade te gaan. Wat er ook van zij, de zachte temperaturen van de voorbije week hebben ook hier voor de nodige blubber gezorgd. Ik vertrouw deze keer op mijn doordeweeks schoeisel voor het comfort op de asfaltstroken. Een gewaagde gok die op een steil stuk afdaling in het bos maar net goed afloopt.
Ik zie voor de start enkele bekende gezichten. Philippe Gheury die het laatste jaar zo’n 2 tot 3 minuten op 10 km op mij uitgelopen. Claude Herzet die kiest voor een “ontspannend”loopje in plaats van de zaterdagse training met enkele kompanen op Caestert. En Alain Waerts die voorlopig alle wedstrijden meepikt in de challenges waar hij zijn oog op heeft laten vallen. In de zomermaanden wijkt hij uit naar Zuid-Frankrijk en mogen wij het onder elkaar uitvechten.
Het fort bevindt zich op een heuvelkam. Na een kilometer duiken we op het asfalt de vallei van het riviertje, de Julienne in. Het peloton zit nog samen, de weg is smal en loopt steil naar beneden. We “remmen op de bovenbenen” om niet in het decor te belanden. In het valleitje worden we een onverhard, zeg maar slijkerig, pad opgestuurd. Ik houd een stevig tempo aan om in het spoor te komen van Claude Herzet en van Jean Dessouroux die ik tijdens de loop plots naast me zie opduiken. Jean blijft achter als de eerste klim in het bos zich aandient. Een groepje met een dame dat ik net daarvoor ben voorbijgelopen, haalt mij opnieuw in. Het gaat gedurende een kilometer flink bergop. Aan de afstand met een loper in fel oranje kan ik afmeten dat ik mijn tempo min of meer kan handhaven. Eindelijk boven, nu even ontspannen … Valt dat tegen! De “weg” leidt recht door een akker waar de leem zich vast zuigt aan onze schoenen. Een kamikaze achter me maakt in een ruk 20 meter goed. Het groepje met de dame hou ik wel in het vizier. Samen met een collega probeer ik de kloof te dichten. Maar mijn tempo is niet snedig genoeg. We komen nu opnieuw in het bos: het pad slingert zich tussen de bomen, bult op, bult af. Een plotse afdaling is me bijna fataal maar ik geraak zonder kleerscheuren aan het bruggetje over de Julienne, precies op de grens van Blegny en Cheratte. We zijn nu weer helemaal beneden. De terugweg naar het fort houdt dus nog een fikse portie klimwerk in petto. We nemen een bruuske bocht naar links. “Dernière côte, attention ça glisse” (voor de Nederlandse lezers: laatste helling, opgepast glad) roept de signaleur die ons aanvuurt om alles uit de kast te halen. Maar lopen is hier zinloos. Op één uitzondering na stapt of kruipt iedereen naar boven. Ook op het asfalt blijft de weg stijgen. Het groepje voor me is onbereikbaar, de vermoeidheid heeft zich meester gemaakt van lijf en leden. Stand houden is de boodschap. In de laatste vijfhonderd meter op het hoger gelegen gedeelte van het fort moet ik nog enkele plaatsen prijs geven aan lopers die hun wedstrijd beter hebben ingedeeld. Tussen de massieve betonnen muren van de binnenruimte kan ik er nog een ersatz-sprintje uitpersen. Net 12 per uur gemiddeld, bij het eerste kwart van de deelnemers. De balans is nog positief. Na de douche trek ik onmiddellijk naar huis. Daar word ik vertroeteld door een brunette die luistert naar de zoete naam “Westmalle”.
(Foto: Het fort van Barchon dat deel uitmaakt van de fortengordel rond Luik, gebouwd in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog.)