Aubel (Challenge La Meuse)

zon 10/03/2024 10u30 * Aubel Jogging des Vergers * 10 km * 00:55:44 * 10,7 * 310/456 * 1/6 * ♥♥♥

Een ronde waar geen meter aan gewijzigd is tegenover de vorige jaren, je maakt het niet meer vaak mee. In Aubel houden ze gelukkig vast aan de traditie. Na mijn onaangename ervaring in Heusy ben ik dubbel wantrouwig geworden voor ingrepen aan het parcours. Ik heb mijn les goed voorbereid en de GPX-track van de organisatie onder de loep gehouden. Geen verschil te merken met mijn Garmin-opname van 2020. In dat jaar ontsnapte Aubel op het nippertje aan de lockdown. Het jaar daarop heb ik wel nog de Connectloop afgewerkt. Die was enkele hectometers korter. Intussen is het rondje rond het voetbalveld weer de klassieke afsluiter. Het wordt vandaag mijn vijfde optreden in de fruitgemeente. Niet te verwonderen dat ik hier graag kom: dicht bij huis, gezellig (Marie-Paule doet graag de zondagsmarkt), goed georganiseerd met alles erop en eraan (niet alles, blijkt na afloop…), ruime parkeermogelijkheid en vooral een heerlijk parcours. Aubel, dat betekent ook altijd veel volk. Dit jaar zijn we met meer dan 600 voor de twee lopen. Toch zijn er dat een stuk minder dan de recordcijfers van boven de 1000, zoals Challengebaas Benoît Schoonbroodt me vertelt. Ik heb hem na de loop gevraagd naar een verklaring voor het succes van de Jogging des Vergers. Evenementen in Aubel draaien altijd goed, aldus Benoït. Ik doe ook moeite om de jongeren van het Centre de Formation van het voetbal aan te spreken voor deze loop, gaat hij verder. En voor de rest, weet ik het eigenlijk ook niet, besluit hij. Ik geef de voorzitter een complimentje voor zijn challenge… en maak van de gelegenheid gebruik om mijn ongenoegen te uiten over het tweede deel van het parcours in Heusy. Ik was er niet bij, maar ik heb ervan gehoord…, aldus mijn gesprekspartner. Wie weet, volgend jaar beter?

De lopersmassa is opeengepakt achter de dranghekken die het marktplein moeten vrijhouden. Ik vraag me af of ik niet te warm gekleed ben – mijn winteruitrusting met muts maar zonder windvest? De matige maar frisse wind bevestigt echter dat ik de juiste vestimentaire keuze heb gemaakt. Het drukke verkeer is tot stilstand gebracht, we worden losgelaten. Het kleine grut, (geronseld door Benoît?), stuift van links naar rechts, holt vooruit, en stopt even verder weer. Een van hen is na honderdvijftig meter trouwens al tegen de grond gekletst… Je kijkt dus beter goed uit als je de voornamelijk klimmende passage in een woonwijk heelhuids wil bereiken. We hebben dan een afdaling van zo’n 400 meter op de rijweg achter de rug. De blaffende hond rechts van me is houdt zich nu gelukkig in en is me trouwens ook voorbij. Ik start behoudend en probeer op de klimmende stroken net buiten de rode zone te blijven. Het is wat draaien en keren tussen de huizen waar ik vooral plaatsen verlies. Ik zie een aantal bekenden langzaam van me weglopen. Sommigen zal ik veel later weer opnieuw tegenkomen.

(Google Streetview: Dommelraedt, halfweg)

Aan kilometer 3 verlaten we de bebouwing en zetten we onze weg verder in de bocage: het weidelandschap met de hagen. Ik wil misschien wat te veel genieten want ik verlies hier een tiental seconden tegenover de vorige kilometer waar de lichte klimmen me nochtans meer pijn deden. Ik loop in de buurt van een vader-zoontje-koppel en een juffrouw. Op een plateautje, Himmerich, haal ik voor het eerste enkele loopsters in. Te vroeg gejuicht, dat zijn deelneemsters, de laatsten neem ik aan, van de 5 km die hier weer even op ons parcours komen. Op weg naar km 5 is het leuk lopen tussen de weiden, temeer omdat het hier voornamelijk bergaf gaat. In Dommelraedt, tussen de hagen, moet ik enkele tandjes terugschakelen op wat de steilste strook – tussen de 3 en 6% – blijkt te zijn. Het vader-zoontje duo neemt hier afstand. De juffrouw klimt ook beter dan ik maar op het vlakke ben ik dan weer sterker en zo beginnen we toch samen aan de lange klim van meer dan een kilometer op Messitert. Dat gaat niet zonder moeite maar dat geldt nog meer voor de collega’s in mijn buurt. Ik win enkele plaatsen. Ook de juffrouw blijft nu achter, ik zal haar naam niet te weten komen… Aan het kruispuntje der wegen, bijna aan km 7, waar we de bocagelus sluiten, sla ik de bevoorrading over en durf ik met de parcourskennis van de laatste kilometers al een vranker tempo aan. Is dat Harrie Hamers daar voor me? Voor het eerst haal ik de langharige Nederlands-Limburger in. Om de eenvoudige reden dat ik nooit achter hem gelopen heb. Hij heeft hier zowaar voor de 10km gekozen. Een keuze die hij zich hartsgrondig zal beklagen. Even verder, een nieuwe verrassing. Ook René Coenen uit Heerlen loopt voor me. Ze zullen in de volgende kilometers nog minuten verliezen. Nog enkele kronkels op mijn geliefkoosde asfaltweggetjes voor we de afdaling naar de Ravel inzetten, naar de vallei van de Berwijn (zie ik op een detailkaart). Wat een geluk dat we hier niet omhoog moeten, schiet me door mijn hoofd, als ik de 200 meter tot 10% daling afroetsj. Er suist toch nog een grotere snelheidsduivel voorbij. Maar die zal ik dadelijk weer tot de orde roepen. Voor de eerste keer in mijn vijf deelnames, voor zover ik me herinner tenminste, gluur ik even tussen de bomen door, rechts van me. Waarschijnlijk door een glinstering van het blikwerk van een auto. Zie ik daar een autofile van honderden meters (braafjes?) wachten om de lopersstoet door te laten.

(Foto Marie-Paule: Beeld van een tevreden loper)

De Rue de Battice over – ik ben voorbij, er mogen enkele auto’s door – nog even een bocht en we komen uit op de Ravel, de Ligne 38, al vaak beschreven in dit blog. 1800 meter rechtdoor, op een uitgerekte bocht na, vals plat omhoog. Het lijkt vlakker dan het is maar de negende kilometer kost me de op een na langste kilometertijd. Leid daar niet uit af dat ik aan het verzwakken ben. Helemaal niet zelfs want ik haal nu de ene na de andere loper in. Dat heeft ook en vooral te maken met de uitdaging om een categoriegenoot in te halen die ik plots herken. Cyrille Ryckebusch heb ik snel ingehaald in de eerste hectometers van het betonpad. Ik hoop dat hij niet zal proberen aan te klampen. Oef, hij (her)kent me niet… of heeft gewoon het beste gehad vandaag. Ik tuur naar voren. Misschien is Freddy Hounje ook niet ver. Ik heb hem in de straten van Aubel nog zien voorsprong nemen. Dat moet hem daar zijn, zo’n honderd meter voor me. Maar hoe sterk is de man tegenwoordig? Ik ken hem al van mijn eerste marathons rond 1995. Hij loopt nu voornamelijk trails, heeft hij me nu al enkele jaren geleden gezegd. Ik neem aan dat hij me intussen niet meer zal (her)kennen. Dat blijkt ook zo te zijn als ik hem na een kilometer achtervolgen in de buurt van de Siroperie Meurens inhaal. Nu laat ik me toch weer tot een fellere inspanning verleiden, overweeg ik nog tijdens mijn achtervolging. Maar de omstandigheden zijn te gunstig om er niet vol voor te gaan. Het parcours is me op het lijf geschreven, de concurrentie is vandaag bijzonder mager door de vele afwezige betere 70-plussers, ik stoot toevallig en op tijd op de enige overgebleven veteranen 4 en ik heb de benen om op het einde nog te versnellen, ook al door mijn krachten te sparen in de aanvangsfase.

De afdaling naar het voetbalveld tussen de fans, die ook hun applaus voor onbekende lopers niet sparen, lijkt op een beloning. Eén man komt nog terug in de bocht naar het terrein van de Royal Football Club Aubel. In de laatste 400 meter op smalle betonplaten en op een hobbelige, schuine graskant houd ik mijn positie vast. Van hoog in de tribunes ziet Marie-Paule me ruim binnen het uur de aankomststreep overschrijden.

Mijn grootste fan heeft mijn uitslag al gezien op het grote scherm in de kantine. De resultaten verschijnen daar “live” en zijn ook meteen beschikbaar op de smartphone. Leuk, eerste plaats in de hoogste categorie (qua leeftijd, jammer genoeg). We wachten op de prijsuitreiking. Helaas beperkt tot de top drie bij de mannen en de vrouwen, stellen we beteuterd vast. Toch niet alles erop en eraan…