Thimister (Challenge La Meuse)

vri 04/08/2023 19u30 * Thimister Jogging du Cidre * 8,6km * 00:53:07* 9,5 *160/176 * 6/8 * ♥

De Jogging du Cidre, dat is de loop die Servais Halders heeft uitgekozen om opnieuw met de competitie aan te knopen, meer dan een jaar na zijn akelige val met de mountainbike. En dat is meteen ook de reden dat ik aan de start sta van de dertigste (!) manche van de Challenge de la Meuse. Het is inmiddels al zes weken geleden dat ik nog een wedstrijd heb betwist. Geen toeval, want gedwongen door de almaar feller wordende pijn in mijn benen (spierpijn en krachtverlies in het rechterbeen) en nog enkele kleinere ongemakken, loop ik de laatste weken in “ralenti”. Ik heb intussen, na jaren aarzelen, de competitieknop omgedraaid. Ik ben er zelf wel verbaasd over hoe plots zich die verandering in mijn hoofd heeft afgespeeld, nauwelijks enkele maanden na een actief voorjaar. Hoe dan ook, ik hoop toch nog een aantal jaren te kunnen genieten van het recreatief lopen.

Ik vertrek naast Servais die bewust het startgedrang vermijdt en de achterste gelederen van het peloton heeft opgezocht. We worden meteen door een weide met hoog gras gestuurd. Of het niet maaien van het gras een zet is van de organisatie, is mij niet duidelijk. In elk geval, aangenaam is anders… De moeilijke ondergrond verhindert Servais niet om meteen een aantal trage lopers voorbij te gaan en snel uit mijn gezichtsveld te verdwijnen. Na 200 meter komen we op het goed lopende verhard, Ravel en woonstraten. Ik kies een trainingstempo dat mij alvast voorbij Julien Bertrang brengt. Laatste veteraan 4 ben ik dus al niet. Het parcours loopt in de eerste 4 km, dus de eerste helft, bergaf. Er zitten wel enkele bultjes in, waar ik overigens al twee maal op stappen overga. Ik kan wel genieten van het rondje, de doortocht in het centrum tussen de hekken die klaarstaan voor een wielerklassieker voor juniores morgen en voorbij een trosje fans in een bocht. Even voorbij de eerste bevoorrading, na een dikke twee kilometer, duiken we een smal, donker pad in tussen de bomen. Ik heb snel mijn bril op mijn neus gezet en neem de raad van Raymond Jungbluth ter harte om de afdaling voorzichtig aan te pakken. Na 3 km lopen we het gehucht Bèfve in: het parcours golft hier op en neer. Ik ben bijna weer in het spoor van mijn voorganger in het wit geraakt als ik op het voetpad wat te nonchalant onder een laaghangende tak doorloop. Verdorie, hier zitten doornen aan. Die schuren langs mijn wang links en mijn oor rechts. Als ik over mijn aangezicht wrijf, zit mijn linkerhand vol bloed. Pijn doet het niet echt, het is alleen wat vervelend. De bevoorrading met water komt goed van pas. Na een wrijfbeurt met twee bekertjes water kan ik weer verder.

Hier begint de klim die ik ook al ken van vorige lopen in de buurt. De vijfde kilometer, de zwaarste, zowel qua ondergrond – wortels, stenen – als qua hellingsgraad, zal ik voornamelijk stapvoets afleggen. Ik ben hier moederziel alleen in het bos – niemand te zien, voor of achter me. Gelukkig zijn er voldoende pijltjes aangebracht, hier en daar staat een eenzame seingever. Tussen haakjes, ik zie op de Garmin-kaart dat het beekje hier rechts beneden “La Bèfve” heet. Zoals het gehucht. We krijgen ook nog een strook weide te verwerken. De doortocht van de 162 lopers voor me heeft voor een platgetreden maar wel wat glibberige loopstrook gezorgd. Ik maak me de bedenking dat dit parcours weer niet de beste keuze is voor het heroptreden van Servais – zoals de intensieve estafette in Kortessem. Maar hij zal het er uitstekend vanaf brengen en de derde podiumplaats in de wacht slepen.

Km 5,3: het onverhard heb ik achter de rug. De seingever wenst me nog “courage” voor het vervolg. Eerst 200 meter op heerlijk asfalt tussen de weiden. Ik word er zowaar even weemoedig van. Dit waren mijn geliefkoosde loopwegen in mijn goede tijd… Maar terug naar de harde realiteit. Linksaf aan een rijweg en rechts houden op het voetpad, maant de seingever me aan. Gelukkig heeft hij wat gezelschap om de achterblijvers – mij inbegrepen – de juiste weg te wijzen. Na een klimmetje vlakt de weg af. De 500 meter lijken veel langer. Ik ben hier nog steeds alleen en vraag me op een gegeven ogenblik zelfs af of ik nergens een pijltje gemist heb. Met enige opluchting zie ik dan ook een groepje fans staan bij de eerste huizen van Thimister. Ik schakel even over op wandeltempo voor de volgende bocht. Om de spieren te ontspannen na de ongemakkelijke halve kilometer op de smalle, hobbelige gravelstrook die een voetpad moet voorstellen. Het levert me een salvo aan aanmoedigingen op van de supporters in de bocht. Niet opzettelijk gedaan maar het doet wel altijd deugd.

Km 6,2. Ik sla rechtsaf naar de Ligne 38, de Ravel dus. Nog eens herhalen: dat is de Franstalige tegenhanger van het fietsnetwerk in Vlaanderen. Het letterwoord betekent: Réseau Autonome des Voies Lentes. Zo, weer iets bijgeleerd… Het wordt tijd om een tandje hoger te schakelen. Het mag ook weer niet te saai worden. De betonnen streep van 1,9 km biedt daartoe de gelegenheid. Ik heb overigens de man in het wit opgemerkt die na mijn onzachte aanraking met de doornentakken van me is weggelopen en daarvoor lopen de twee dames die me in het begin van de wedstrijd, bij mijn eerste wandelpauze, zijn voorbijgegaan. Het competitievirus steekt dan toch zijn kop op en ik ga in achtervolging op de man en de twee vrouwen voor me. Echt soepel loopt het niet – de naar rechts afhellende weg en het licht oplopende profiel helpen ook niet mee – maar het gaat wel vooruit. Ik slaag in mijn opzet. De man in het wit blijkt bovendien een v4 te zijn, de mij onbekende Jean-Pierre Dufrasne, en zo schuif ik onverwachts nog een plaatsje op in de staart van de rangschikking. Julien Bertrang is overigens niet meer uit de achtergrond teruggekeerd. De twee dames zien we met verbazing voorbijknallen – in vergelijking met hun tempo uiteraard – vertelt één van hen, Mariette, me achteraf in de kantine, waar we toevallig aan dezelfde tafel zitten. Nog eens door het hoge gras van de aanvangsmeters en zo haal ik toch de finish… waar Servais intussen staat te rillen van de kou, zo lang heeft hij op me moeten wachten… Ook onder meer Luc Hilderson en Raymond Jungbluth zijn dan al lang over de streep.

Wat volgt is een uurtje gezelligheid in de kantine en een goede reden om ook in de toekomst de ambiance van de wedstrijden te blijven opzoeken.

(Foto: Marie-Paule)