José Herve (CJPL)

vri 25/08/2023 19u * José Jogging de la Fête * 9,1 km * 00:55:30 * 9,8 * 95/117 * 4/5 * ♥♥

In de klassieke challenges zit er hier en daar nog een loopje dat ik niet betwist heb. Le Jogging de la Fête in José is er zo eentje. José is de wat gekke naam van een gehucht van Herve, de hoofdplaats van het gelijknamige Land waar ik al jaren, wat zeg ik decennia, de loopwedstrijden aan elkaar rijg. En misschien wel mijn beste herinneringen aan bewaar. In de eerste plaats aan de 4 cîmes van Battice, deelgemeente van Herve. De site van de CJPL quoteert de loop met 2 sterretjes, relatief gemakkelijk dus, en Nicolas Bynens weet dat het parcours vooral op asfalt is uitgetekend. Dat moet ik nog aankunnen…

Start van de 2 en de 4 km. Op de voorgrond Robin Vrancken (499). Op de achtergrond torent de grote Bert Ernest boven de groep uit.

Een tiental Zuid-Limburgers melden zich aan de inschrijvingstafel onder de feesttent, hoog boven het groene weidelandschap dat zich voor ons uitstrekt. Daar zijn drie toekomstige podiumlaureaten bij: Jo Vrancken en Beny Stulens, respectievelijk winnaars bij de veteranen 1 en 2. En Robin Vrancken, zoon van, die volgens ooggetuige Marie-Paule een zekere overwinning ziet ontglippen door de ongewone ligging van de tijdmatten achter een hoek na de aankomstboog.

We vertrekken met ruim honderd man. Niet de massa – die kan de Challenge van de Provincie Luik niet meer bij elkaar krijgen – maar toch met voldoende deelnemers om niet meteen te starten met het vooruitzicht bij de allerlaatsten over de streep te komen. Na nauwelijks honderd meter, achter een van de kermiskraampjes, draaien we scherp linksaf en komen we op een aarden pad terecht. Geen verrassing evenwel. De speaker heeft ons verwittigd, ook voor de modder. De zware regenval van vanmorgen heeft hier ook huisgehouden en heeft vooral voor grote waterplassen gezorgd. Natte voeten (bij mij één voet) zijn niet te vermijden. En ze zorgen uiteraard voor wat oponthoud. Wat verder is het nog even een aantal putten ontwijken op een pad evenwijdig met de A42-autoweg maar na een kilometer zijn we dan op goed lopend asfalt dat we de eerstvolgende 7 kilometer niet meer zullen verlaten. Kilometertijden zijn niet meer aan mij besteed maar het is wel jammer dat externe omstandigheden, in dit geval de wateroverlast, een snellere eerste kilometer hebben verhinderd. Die verloren seconden hebben mij misschien net boven de 6′ grens geduwd. Hoe dan ook, we kunnen nu echt aan de loop beginnen en het tempo realiseren dat we in de benen hebben. Dat is, wat mij betreft, bedroevend, ook al ligt het in de lijn der verwachtingen. Eerst pijn in de rechterkuit, daarna “herniapijn” in het rechterbeen. We zijn net door een bedrijvenzone gelopen en krijgen in de derde kilometer, in een woonstraat, een knikje te verwerken. Ik speel met de gedachte een wandelpauze in te lassen maar blijf dan toch maar verder sukkelen om de twee dames voor me niet te ver te laten weglopen. Die zijn gemakkelijk te herkennen want in hetzelfde tenue, vandaar mijn strategie… Vanaf km 3 gaat het flink naar beneden op de Rue du Peuple, waar inderdaad mensen wonen en we eigenlijk niets zien van het mooie Herfse landschap. 5’32” op een sterk dalende kilometer, ziedaar mijn huidige mogelijkheden. Een haakse bocht naar links, nog altijd dalend. Ik wacht op de eerste klim. Daar is hij, na een nieuwe links bocht, aan de tennisvelden van TC Ladrie. De eerste 600 meter zijn best pittig. De steilste stroken, in het groen, halen net niet de 10%. Ik heb hier enkele deelnemers ingehaald die nog langzamer dan ik naar boven trippelen. Een juffrouw in het geel schiet me hier wel voorbij. En de twee dames van daarnet klimmen ook beter. De steiltegraad neemt wat af nu we weer tussen de huizen zijn… en ik begin wat beter in mijn ritme te komen. Maar goed ook, want die helling wil maar niet ophouden. Op de Garmin-kaart zie ik de afstand: 1,2 km alstublieft. Bestaat er een langere helling in het joggingcircuit, buiten de klim van Tilff? Enfin, ik ben boven en voel me beter dan in de vorige kilometers. Bij sommige collega’s in mijn buurt is het blijkbaar omgekeerd. En dus kan ik nog een plaatsje of twee winnen. Hoe verder van die laatste plaats af, hoe beter. Na de passage op de Rue des Aunais die ik herken van daarstraks, maar nu in tegengestelde richting, durf ik het tempo wat opschroeven in de volgende afdaling. In de achtste kilometer geraak ik zowaar onder de 5’30”. Hoera! De bevoorrading heb ik overgeslagen, geen dorst. De temperatuur vanavond bevalt me overigens uitstekend. Ik weet niet of dat ook voor de andere lopers geldt. Waarschijnlijk wel voor de Bolt-lopers die vorige zondag ook de hitte van Ulbeek hebben getrotseerd. Die hebben overigens na afloop de “Canaille” geproefd. Dat is een bier van een brouwerij in de buurt. Voor een oordeel, vraag aan Sebbie of James.

Het zit er weer op.

Aan km 7,8 verlaten we de bebouwing en lopen we verder op een grindpad tussen de weiden. Eerst vlak, dan begint het te klimmen. Ik heb even achterom gekeken en zie ver achter me het gele shirt van Céline, de jongedame die zo sterk de eerste helling opklauterde maar haar inspanning nadien heeft moeten bekopen. Overigens zie ik pas achteraf dat de twee dames Gaelle en Françoise achter me in de uitslag staan. Ik moet ze dus ergens zijn voorbijgegaan in mijn “sterkere” tweede deel. Maar dat wedstrijdfeit is uit mijn herinnering verdwenen. Ik ben dus zo goed als alleen. Als ik niet volledig stilval moet ik mijn positie kunnen vasthouden. Rond km 8 krijgen we nog een tussentijds bultje te verwerken. Een paar honderd meter verder is het dan echt menens. De tweede klim begint tussen de weiden en wordt nog steiler, verder tussen de huizen. En tussen de mensen. Die zich verzameld hebben aan een groen tentje en hun eigen Fête aan het vieren zijn. Overigens zonder interesse voor de sukkelende lopers, althans niet voor mij. Ik zoek mijn weg tussen de feestvierders. En begin met het hoofd naar beneden aan de laatste hectometers die flirten met de 10%. Hoe dichter bij de kermis en de finish, hoe meer supporters langs de weg, hoe meer aanmoedigingen. Nog even langs de hotdogkraam, dan het bochtje naar links om de matten van Philippe Codiroli te overschrijden. Het verschil van 27 seconden tussen de Codiroli-tijd en mijn Garmintijd, in mijn nadeel, is mij onduidelijk.

Ik houd toch nog 21 lopers achter me, onder wie ook nog enkele mannen, op wat nog eens een stratenloop mag genoemd worden. Ik slof met een redelijk tevreden gevoel naar de kleedkamers, voorbij de bouwvallige Eglise Saint Antoine Ermite. Het is even aanschuiven aan de enige koude douche in het oude schoolgebouw (?) voor ik mijn tanden kan zetten in een uitstekende hotdog van de daarnet genoemde kraam. We vertrekken op een christelijk uur, het muziekbandje heeft dan al de eerste nummers gebracht.

(Foto’s Marie-Paule)