Stembert (Challenge L’Avenir)

zon 22/10/2017 11u * Stembert (Challenge L’Avenir) * 8,6 km * 00:42:42 * 12,1 * 83/192 * 4/9 * ♥♥♥

Het is enkele weken stil geweest op jullie vertrouwde blog. Alleen de Strava-gegevens sijpelden door naar de openbaarheid. Voor de kenners voldoende om de oorzaak te raden van mijn afwezigheid op het net. Ik heb me een drietal weken moeten beperken tot wandelingen en trainingen in slow-motion. Het gevolg van een hamstringblessure waarschijnlijk opgelopen tijdens de “Don Bosco” een maand geleden. Ik durfde het waagstuk van Slins, een week later, om toch te starten ondanks de pijn, niet herhalen uit schrik de kwaal nog te verergeren. Het kneedwerk van kinesist Christophe en de rustige aanpak hebben geloond. De laatste training op vrijdag gaf me de bevestiging dat ik een sneller tempo zou overleven. Uiteindelijk heb ik maar één geplande wedstrijd, in Moha, moeten missen.

Stembert 2


Naar Stembert dus, voor de tweede keer dit jaar. Op een ander parcours, met vertrek aan het voetbalveld Lejoly, hoger gelegen dan de startplaats van de voorjaarsloop. Het kan daar trouwens nog hoger zoals ik in de wedstrijd zal ondervinden. Na mijn eerste deelname in 2014 had ik het parcours al aangestipt als een van de mooiere in het circuit. De datum is verplaatst van begin september naar de herfst. En herfst is het boven Verviers: wind, killige temperatuur en motregen. Ik hou me dan ook wat langer dan gewoonlijk schuil in de kantine. Waar ik al meteen op twee kennissen val, Roger Dosseray en Raymond Jungblut. Die laatste geeft echter de voorkeur aan de trail van 24 km die een halfuurtje voor ons van start gaat. Ik hoor hier ook Nederlands. Even geïnformeerd. Een van de jonge gasten die voor de trail naar hier zijn afgezakt, blijkt een Riemstenaar te zijn. Tom Martens. Het is de eerst keer dat ik hem ontmoet. Verwonderlijk, temeer omdat hij ook nog eens in Kanne traint. Hij doet het uitstekend met een gemiddelde van 11 per uur. Met Bert Ernest is onze gemeente met drie man vertegenwoordigd in het land van Verviers. Naast me maakt Thierry Fettweis zich klaar voor de loop. Ik ken hem als de man met het snorretje en het hondje. Het snorretje heeft hij nog altijd. Het hondje, dat al de eer had in een van mijn verslagen te figureren, is er vandaag niet bij. “Gisteren heeft hij ook al gelopen, hij is wat moe” aldus Thierry die ik nu eindelijk ook bij naam ken.
Een aantrekkelijke ronde, een korte afstand, twee argumenten om te kiezen voor de loop in Verviers. En niet die in Esneux (CJPL) of in Montenaken (Victors Cup) waar de meeste van mijn loopvrienden voor zullen kiezen. De namiddagwedstrijd in Montenaken spreekt me minder aan, zeker voor een tweede deelname op rij. De nieuwe organisatie in Esneux wekt wel mijn nieuwsgierigheid. Esneux, dat is de Ourthevallei en bossen. Toch maar even een blik werpen op het parcours. Dat loopt haast uitsluitend door groene gebieden op de satellietkaart. Het hoogteprofiel is dooraderd met rode en bruine strepen, klimmen en vooral afdalingen tussen de 10 tot 15%. Geen spek voor mijn bek. Mijn buikgevoel heeft me niet bedrogen. Op de redactie van Groetum valt al snel een flash-bericht van Servais Halders binnen. “Onverantwoord zwaar” vindt Servais. Niet dat het parcours zijn zegedrang in de weg staat. Alleen een administratieve vergissing houdt hem een tijdje van de eerste plaats. Jammer dat de Challenge van de Provincie die sinds jaar en dag stratenlopen groepeert, meer en meer trailparcoursen en andere extreme uitdagingen in het programma opneemt.
We gaan eraan beginnen, hier in Stembert. Ik sta vrij vooraan in de groep van bijna 200. Even achter Jean Dessouroux, de veteraan 3 die na een blessure weer op niveau komt. Ik zoek naar de beste V3 in deze challenge, Nando Caria. De beschrijving van Roger “un tout petit bonhomme” helpt me ook niet verder. De derde V3 zou ik op een goede dag moeten kunnen bijhouden. Probleem, ik ken hem ook niet.
Het peloton wordt op sleeptouw genomen door “voorrijder” Serge Massin. Ik heb ook Pascal Julin rondjes zien draaien op zijn mountainbike. Merkwaardig dat de voorzitter van het CJPL-comité en liefhebber van uitdagende parcoursen niet in Esneux de regie voert. De eerste kilometer gaat meteen omhoog. Ik heb het grootste deel daarnet verkend met Roger Dosseray. Tijdens de opwarming heb ik enkele keren de hartslag de hoogte ingejaagd, kwestie van weer enigszins in het wedstrijdritme te komen na drie weken stapvoets verkeer. Ik gun mezelf geen inlooptijd en ga er meteen fors tegenaan. En kom mezelf na 300 meter al tegen. Hijgend als een postpaard probeer ik het tempo vast te houden tot boven. De Garmin geeft 5 minuten aan voor deze eerste kilometer. Dat is echt het maximum met mijn huidige conditie. Na 1 km kunnen we even uitblazen op een vijfhonderd meter lange afdaling, nog steeds op het asfalt. Dan draaien we linksaf een smal onverhard pad in. Ik herinner me nog een single track in het begin van de loop. Dat moet hier zijn. Intussen moet ik bekomen van mijn felle aanhef op het asfalt. In de volgende kilometer verlies ik wel zo’n twintigtal plaatsen. Achter me hoor ik voortdurend het zware gehijg van Roger Dosseray. Ik ben hem al na een zeshonderd meter voorbijgegaan. Dat is heel vroeg en misschien wel de onbewuste reden van mijn onbesuisde aanvalsdrift. We zijn intussen de gewonnen hoogtemeters weer kwijtgespeeld in de afdaling en beginnen dus weer aan een nieuwe klim, ditmaal in het bos. Met alles wat daarbij hoort: stenen, putten, boomwortels. Op bepaalde plaatsen is het flink glad. Terwijl ik mijn nieuwe Brooks-schoenen hun eerste Ardens modderbad geef. heb ik moeite om het evenwicht te bewaren. Een mens onthoudt blijkbaar alleen maar de mooie stukken van een parcours. Mijn geest heeft deze moeilijk beloopbare strook uit het geheugen gewist. Bij elke bocht kijk ik uit naar het einde van de klim maar het zal wachten worden tot km 3 eer we op een breder en vlakker pad uitkomen. Dit zijn de bospaden die wel nog in mijn herinnering zijn blijven hangen en die mijn gunstig vooroordeel over dit parcours hebben bepaald. Ik elk geval lijkt mijn vrees niet uit te komen dat het parcours misschien veranderd is en ons hier een ploeterpartij wacht. De derde kilometer heeft me wel 6’20” gekost en het zal nog wel enkele minuten duren voor ik weer helemaal op mijn effen breng. Voorlopig kan ik alleen maar vaststellen dat de gedwongen rust een flinke hap uit de conditie heeft gebeten.
Maar wanhoop niet lezer, vanaf nu zal alles beter worden. Roger Dosseray hoor ik niet meer achter me. Ik kan weer wat plaatsjes opschuiven en wie mij voorbij wilde of kon heeft dat in de lange klim gedaan. We lopen op brede bospaden, hier en daar wat keitjes, en een plasje maar voor het overige is het hier genieten tussen de weiden. Links van me zie ik een peloton koeien grazen. De spierpijnen die me gedurende de langzame trainingen van de vorige dagen hebben geteisterd zijn verdwenen. En zo heb ik opnieuw het paradoxale gevoel dat mijn benen meer afzien op training dan in een wedstrijd. Niet dat ik pijnvrij onderweg ben. De pijnplek die zich eerst in mijn dijspier manifesteerde, is in de loop van de vorige weken naar boven opgeschoven en zit nu onder mijn bekken. Ik sla de bevoorrading halfweg over. We maken hier een bocht om onmiddellijk weer in tegengestelde richting terug te lopen. Gedurende 1 km op een privéweg, eerst onverhard, daarna op steengruis. De vierde en vijfde kilometer op het plateau leg ik af in circa 5 minuten. Dat vind ik achteraf wel wat tegenvallen. Maar ik had blijkbaar nog een tiental minuten nodig om onder stoom te geraken.

Stembert 1


Na een goede 5 km komen we uit op de rijweg. Tijd om het tempo op te krikken. Ik richt me op de loper voor me. Ik heb eerst enkele honderden meters vals plat en dan de afdaling naar Hèvremont om hem bij te benen. Terwijl ik de inspanning lever en meter na meter goed maak, zoek ik afleiding in het uitzicht op de vallei rechts van me. Nummer 854 – dat is senior Jonathan Eloye – moet zich gewonnen geven voor we links op een kleinere asfaltweg worden ingestuurd. De weg loopt hier weer licht omhoog en de wind werkt ook flink tegen. (Stembert was dus ook een betere keuze dan Montenaken waar de wind vol kon uithalen in de open Haspengouwse vlakte.) Ik hoor allerlei geschuifel achter me maar bedenk dat ik me niet moet druk maken om een plaatsje achteruit in het klassement. Maar ik zie niemand terugkomen en boven waar de wind weer afneemt, heb ik opnieuw wat meer afstand genomen. Heb ik daarnet niet het gekreun van Roger Dosseray gehoord? “Ik ben tot op drie meter van je teruggekomen” vertelt de veteraan 4 me na de wedstrijd. 3 meter zal wel “wishful thinking” geweest zijn van de man uit Pepinster. Maar gemotiveerd om mij in te halen was hij zeker. Nu, dat is wederzijds. En volgend jaar – bij leven en welzijn – zijn we opnieuw echte concurrenten. Er gaapt nog een flinke kloof tussen mij en een duo voor me. Voor de twee uit zie ik ook nog een dame die alleen onderweg is. Ik geef mezelf niet te veel kans om hen nog in te halen in de ongeveer 1,5 kilometer die er nog resten. Maar na een pauze van drie weken is de honger groot. Het tempo rond de 4’30” dat ik hier kan draaien brengt me snel bij Olivier Schnakers en Christophe Goddé. Een van hen maakt galant plaats om me door te laten in een bocht naar rechts. Ik ben nu op weg naar de dame voor me. De enkele procenten stijging zijn mijn bondgenoot maar ik hou nog enige reserve. Ik heb geen idee hoe fel de klim is achter de volgende bocht. Tussen de eerste huizen van Stembert kan ik de aansluiting forceren. Niet zonder moeite want de kleine dame – aînée 1 Claire Breuer – vecht voor elke meter. De politie waakt op de Rue de Hèvremont als we de straat oversteken die we een halfuur vroeger ook al hebben gekruist, zo’n 200 meter verder. Claire weert zich als een duivel in een wijwatervat om haar positie te handhaven. Als ze de poort links sluit, zoek ik rechts een doorgang. Uiteindelijk geraak ik toch voorbij en kan met een bijkomende versnelling in de afdaling enkele meters voorsprong nemen. Die ik met een ultieme temposnok in de laatste honderd meter kan veilig stellen. Zoals de loper voor me twijfel ik aan welke zijde van het lint we naar de streep moeten. Ik kan er nog net op tijd onderdoor glippen. Ik klok af op een eervolle 42 minuten.
Het druilerige weer in Stembert nodigt niet uit tot een langer verblijf en drie kwartier later zijn we weer in Heukelom. Daar trakteer ik mezelf voor mijn geslaagd heroptreden op een Duvel en… couscous.

(Foto’s Marie-Paule. Foto 1: Finish. Foto 2: Napraten met Roger Dosseray in de regen.)