Bilzen Run

zon 22/05/2016 15.30u * Bilzen Run * 14,9 km * 01:09:22 * 12,9 * 57/150 * 4/23 (55+) * ♥♥♥♥

Met 150 staan we klaar op de Markt voor de 15 km van de Bilzen Run. Het ziet ernaar uit dat de stortbui van een uurtje geleden, toen we met de auto onderweg waren naar de Kimpel, nog niet alle regen uit de hemel heeft geloosd. Heeft het weer een aantal lopers thuisgehouden, is de verplaatste datum de boosdoener of overlappen de afstanden van 10 en 15 km elkaar te veel zodat het peloton van zo’n 400 man in twee wordt gesplitst? De organisatoren zullen zich wellicht beraden over het relatief gering aantal starters in wat ooit in mijn jongere jaren een klassieker is geweest. De Bilzen Run is sowieso een flauw afkooksel van de Intercity Maastricht-Bilzen en het parcours van vandaag blijkt dan nog voor het grootste deel een dubbele ronde te zijn. Maar misschien ben ik intussen te zeer verwend door de aantrekkelijke Waalse lopen. Ik ben hier met enkele loopvrienden van de Mergellopers en sta voor het eerst sinds jaren weer aan de start van de Bilzerse lange afstandsloop.
Ik begin mijn verslag deze keer achterstevoren. In de kleedkamer waar ik me snel na de finish naartoe haast, merk ik Jean-Pierre Immerix op. Die is daar wel heel vroeg. De reden: opgave. Een “DNF” (did not finish) in de uitslagenlijst voor één van de trouwste deelnemers aan deze loop. Een zweepslag in de kuit maakt een einde aan zijn wedstrijd op het plateau aan Alden Biesen. Vriendelijke leden van zijn club, de Bilzerse JoggingClub, brengen hem naar de Kimpel. Een nieuwe tegenslag voor Jean-Pierre voor wie nu ook de Willerrun onzeker is geworden.
De start nu. We draaien onmiddellijk de Brugstraat op. De snelle (en/of snellere) jongens voor me zijn al vlug uit mijn gezichtsveld. Onder hen Wim Meyers die een gemiddelde van net geen 14 per uur uit zijn stevig getrainde kuiten zal schudden. Ik heb er geen erg in maar de meeste lopers in mijn buurt die vorig jaar ook hebben deelgenomen, zijn verbaasd dat we deze richting uitgaan. Dat betekent de lange klim van de Brugstraat en Leten twee keer. Geen vlakke aanloopronde dit keer. Voor mij een bijkomende reden om niet te overhaast van stapel te lopen. Ik vertrek al met de handrem op na mijn offday op de hellingen van “le vieux Liège”, mijn laatste wedstrijd veertien dagen geleden. Ik heb de laatste week wel wat kilometertjes afgewerkt en maak me geen zorgen over de afstand. Wel over mijn benen. Ik heb voor de middag al een uitgebreide stretching gedaan en daarnet meer dan een half uur opgewarmd. Hopelijk heb ik mijn spieren in de goede stemming gebracht. Ik klim omhoog in de buurt van de Mergellopers Francis Loyens en Ludo Ramaekers. Tijdens de klim ga ik voorbij mijn leeftijdsgenoot Jean Poesen die Johny Geuten als luxe-begeleider heeft. Samen met Laurent Wijnants – ook van het bouwjaar 1948 – zijn wij de nestoren van het gezelschap. De klim tot net over het viaduct van de ringweg verteer ik zonder problemen. Na een U-bochtje rond een kegeltje komen we Marc Castermans tegen. Hij volgt op korte afstand en zit op schema voor een eindtijd onder de 1:15. Niet ver voor ons uit zie ik de twee witte shirts van de Bilzenaren Vally Merken en Paul Hendrix. Als ik al een poging wil doen om de Tom Sport-lopers in te halen, zal dat in de tweede lus van 10 km moeten gebeuren. De benen van Francis Loyens beginnen te kriebelen en hij neemt wat afstand. Ik zet mijn weg verder in het gezelschap van Ludo Ramaekers. Op de saaie Biesenweg, een streep beton, halen we een gemiddelde rond de 4:30 per kilometer. Francis gaat gezwind enkele collega’s voorbij, wat Ludo de opmerking ontlokt dat hij blijkbaar een goede nachtrust heeft gehad. Ah, dan toch een supporter langs de weg, Jean Stevens van Waltwilder. De oudgediende van de Challenge van Luik is vanwege een gehavende knie zelf niet meer actief als loper. In de afdaling van Meershoven kunnen we nog een tandje hoger schakelen. We passeren een eerste maal in het stadscentrum. Ik kan hier genieten van de ambiance aan de aankomst. Ludo waarschijnlijk wat minder, het tempo ligt een tikkeltje te hoog voor hem. Aan de finish zal het verschil tot een kleine anderhalve minuut oplopen. Voor de tweede keer de Brugstraat op. Het bisnummer ontlokt wel geen applaus van mijn beenspieren maar ik heb toch nog voldoende vaart om weer te naderen op Francis. Boven in Leten zijn we bij elkaar… en dat zal zo blijven tot op de finishlijn. We blijven een mooi tempo aanhouden op een van de aangenaamste delen van het parcours, de Lethenstraat op weg naar Rijkhoven City. In de afdaling van de Reekstraat halen we Jean Hermans in die al van in het begin van de wedstrijd voor ons uit loopt. De benen blijven goed ronddraaien – wat een verschil met de Bestorming van Alden Biesen vorig jaar die hier ook langs kwam! Nu wacht de Maastrichterallee door Alden Biesen. Een scherprechter voor wie slechte benen heeft. Francis heeft er geen goed oog in. Maar aangemoedigd door een fanfare en met de morele steun van een onbekende vrouwelijke fan, geeft hij geen krimp op weg naar het Apostelhuis. Jean Hermans is ons wel weer voorbijgegaan en leidt de beklimming tot boven. Merkwaardig genoeg moet hij opnieuw loslaten in de afdaling op de Notendreef. Het is intussen beginnen motregenen en de fans houden zich schuil onder het poortgebouw van het Apostelhuis. Tussen hen Mergelloper Theo Huls die node heeft moeten forfait geven. “Laat hem niet weglopen” pept Theo mij op. Dat ben ik ook niet van plan, alhoewel Francis geregeld een tussenversnellinkje plaatst. Hijzelf beweert dat daar geen snode bedoelingen achter zitten. Ik blijf niettemin achterdochtig. We hebben de mooie Notendreef achter de rug en buigen linksaf naar en door Martenslinde. Dit deel van het parcours kan me niet bekoren ook al doet een fanfare aan het Linnerhof haar best om wat sfeer te brengen op deze grijze zondagmiddag. De signaleurs staan er mistroostig bij in de regen. Toch bedankt jongens voor de opoffering. We worden begeleid door enkele indrukwekkende motoren (Harley’s?). In dit kleine peloton lijkt het me vooral show.

Bilzen 1

De Bornestraat terug naar “het plateau” van Leten brengt ook niet echt vreugde in mijn hart. Maar er is veel zuurstof in de lucht en van wind hebben we ook geen last. En zo blijft het goed vooruitgaan. We halen een duo in dat ik van verre heb herkend. De gebroeders Frank en Frederic Poesen van Munsterbilzen. Ze zijn snel gestart en lopen na twee derde wedstrijd nog steeds in een uitstekende positie. “De training opgedreven?” informeer ik. “Toch niet, antwoordt Frank, puur talent”. Voilà, zo kan het dus ook. Ik heb meer training nodig maar die rendeert vandaag in elk geval. We draaien voor de tweede keer de weg zonder naam langs en boven de ringweg in. In de klimmende bocht pakt Francis weer uit met zijn Keniaanse tactiek, een plotse versnelling. Ik laat hem betijen en sluit even verder op het vlakke weer aan. Het is mij niet echt duidelijk of hij me nu wil lossen of niet. In elk geval heeft hij al alle mogelijke oorzaken van een aan te komen inzinking aangehaald – “te weinig getraind, te druk, te lang in het stof gewerkt, te weinig geslapen” – maar de inzinking komt maar niet. Hij moet zelfs bekennen dat het goed draait en dat we er best een pittig tempo op nahouden. Zo hoort u het dus ook eens van een ander. Een kleine 200 meter voor ons zie ik nog steeds de witte pet van Vally Merken. Dichterbij komen is een illusie gebleken. En Paul Hendrix heeft zijn clubgenoot zelfs in de steek gelaten en snelt naar zijn beste jaarprestatie. Opnieuw goed voor een stukje in het Belang? We zijn bezig aan de laatste 2 kilometer. Jean Stevens meldt zich voor de derde keer langs het parcours. Hij ziet hoe ik in het spoor van Francis de laatste noemenswaardige helling op de Tabaertstraat neem voor we de duik naar de Demervallei aanvatten. We halen nog even de vijftien km per uur. Dat is meteen mijn maximum. Ik hoop nog even de jongere Roald Coppin voor ons bij de kraag te vatten maar zijn korte beentjes zijn op een hoger ritme overgeschakeld en zo blijft hij ons keurig voor. In de bocht naar de laatste rechte lijn schakelt Francis een versnelling lager om mij weer te laten aansluiten. We overschrijden samen de streep. Helaas laat de speaker laat de unieke kans liggen om dit heugelijke feit te melden aan de bevolking van Bilzen en de caféklanten onder de overdekte terrassen in vervoering te brengen.
Onder de niet aflatende regen wisselen we onze eerste indrukken uit en lessen onze dorst met een schraal bekertje water. Een gemiddelde van 13 km op een zwaar golvend parcours, daar wil ik straks wel wat pittigers op drinken. Na de douche en enkele omzwervingen rond de aankomstzone vind ik mijn maatjes terug in het cafetaria van de Kimpel. Ik zie alleen tevreden gezichten. En dit is meteen het happy end van dit verhaal.

(Foto van Marie-Paule : Bij de eerste passage aan de streep beschikt Jean-Pierre Immerix nog over alle krachten.)