Bois-et-Borsu (Challenge condrusien)

vri 15/05/2015 19u30 * Bois-et-Borsu (Challenge condrusien) * 11,4 km * 00:56:37 * 12 * 154/433* 6/20 * ♥♥♥

We vertrekken onder een aangenaam zonnetje naar Clavier in de diepe Condroz, op de zuidgrens van de provincie Luik, waar zowat elk dorpje een loopwedstrijd organiseert. Vanavond zijn we te gast bij Manu Huet, een van de meest dynamische organisatoren van het circuit, in Bois-et-Borsu. De tent en de aankomstlijn liggen in Borsu – tenminste dat leid ik uit mijn Garmin-route af. Het parcours is volgens Kris Govaerts voor Condruzien-normen van het lichtere soort. Ik verlaat me op zijn oordeel, ik was hier voor het laatst (en het eerst) in 2010. Geen idee of er toen ook al een aparte tijdsopname van de laatste helling werd gedaan. Ik verken die laatste 750 meter en neem ook even de tijd op van mijn opwarmingschrono op deze strook: 4’15”. Benieuwd waar ik straks in de wedstrijd uitkom.
In het grote pak merk ik Didier Dendal en Roger Van Langeveld op die ik vorige week nog op mijn eigenste trainingsparcours in Klein-Ternaaien in de Maasmarathon in actie zag. Roger doet het vanavond rustig aan, Didier weet van geen ophouden en gaat er onmiddellijk flink tegen aan. Onvermoeibaar blijkbaar. Dat geldt zeker niet voor mij. De halve marathon van Bütgenbach en de Hesbignon-loop in Verlaine hangen nog in mijn knoken. Ik voel me moe maar ik wil deze geplande loop niet laten schieten. Een veredelde training moet wel kunnen.
We beginnen met een afdaling van twee kilometer. Ik ben het even vergeten bij de start maar na 300 meter besef ik plots dat we onderweg zijn in een Condruzien-loop. In deze challenge zitten altijd wel enkele “speciallekes” verscholen in het parcours. We draaien een boerenerf op en passeren voor de koeienstal. 600 meter verder idem dito (zonder de koeien, tenminste ik heb er geen gezien of geroken.) Een fanfare doet ons uitgeleide uit het dorp. Een veldweg leidt ons door een bosje. Plots een diepe plas voor ons. Ik volg het spoor van Croce Falzone die netjes de plas vermijdt. Een loper voor me gaat gewild of ongewild rechtdoor… en verliest een schoen in de modder. Met een gemiddelde van net onder de 12 per uur hou ik me alleszins aan mijn voornemen van voor de start. Aan de derde kilometer draaien we links op. Een boog en een muziekkast die loeiharde muziek uitbraakt maken duidelijk dat er hier iets loos is. Een groep jongeren heeft hier een toog opgesteld, met bier en geestrijke drank, voornamelijk voor eigen gebruik vermoed ik. Na een streep van 1 km, op onverhard tussen de karrensporen, lopen we 300 meter evenwijdig met de Route du Condroz om dan de brug over de expressweg over te steken naar de gemeente Havelange … in de provincie Namen. Dit is niet voor niets de “Jogging des Deux Provinces”. De route voort nu over een gemaaide grasstrook naar het Château de Bassines dat we in de verte zien liggen. Het ligt in een groen decor waar ik nu eens ten volle van kan genieten. Een muziekspeler die zachte muziek ten gehore brengt maakt het idyllisch plaatje compleet. (Zie foto 2. Ik doe een beroep op mijn grote schare lezers om het instrument te identificeren…) Op de bochtige zesde kilometer kan er in de afdaling naar het viaduct onder de expressweg weer tempo gemaakt worden. Croce, broer van Gaetano Falzone voor de niet-ingewijden, doet dat ook.

Bois-et-Borsu 1

De benen jeuken maar ik hou me strak aan mijn “matigingsplan” en laat Croce betijen. Een andere Neupré-loper, Pierre Marchandise, gaat me ook voorbij maar hij kan nadien in een nieuwe beklimming wel zijn voorsprong behouden. Onder de brug en in Méan is het weer klimmen geblazen. Ik haal Croce gemakkelijk in maar zit in een volgende veldweg, van een kilometer lang, gevangen achter de rug van Marc Prévot. Als ik hem op een bredere weg voorbij kan, zijn we weer aan de discobar van kilometer 3. Ik loop nu alleen en kan de singletrack in het bos (km 9,5) ongehinderd nemen. Weer op het asfalt voor de laatste rush naar de finish. Aan de horizont tekent zich de skyline van Borsu af. “Niet versnellen” leg ik mezelf op, “mijn krachten sparen voor de eindklim naar de streep”. Zodra het piepje aan de chipdrempel weerklinkt, trek ik het tempo op. Het wordt alsmaar steiler, van 6 naar 9%. Een aantal toeschouwers slaan onze inspanningen gade, zonder applaus evenwel. De handen gaan dan toch op elkaar als we de onder groene boog van sponsor “Mutualité Chrétienne” doorlopen. Op de dorpsstraat zoek ik een weg tussen het publiek en de snellere deelnemers die al op hun stappen terugkeren. Rechts van me wordt een juffrouw ingepakt in cellofaan op een draagbaar afgevoerd door het Rode Kruis. (Een kwartiertje later zal ik in de kleedruimte zelf een beroep moeten doen op de ambulanciers. Voor een vervelend akkefietje: een snijwonde van vanmiddag is opnieuw open gegaan en een Rode Kruis-jongen moet de bloeding stelpen (debet bloedverdunners) en een pleister aanbrengen. Ook dank aan de onbekende buur in de kleedkamer die mij uit de penarie helpt. Terug naar de wedstrijd.) Ik leg de helling naar de finish af in 3’27”, een mooie chrono waarmee ik in elk geval sprintende lieden in de achtergrond daar ook kan houden. In de totaaluitslag moet ik in vergelijking met Neupré – zelfde challenge en zelfde aantal deelnemers – 70 plaatsen inleveren. Er worden geen cadeautjes uitgedeeld, noch voorin, noch achterin het peloton.

Bois-et-Borsu 2


Na een lang oponthoud in de doucheruimte vind ik Marie-Paule gelukkig snel in de overvolle tent en kan ik in Truiens en Alkens gezelschap een Orval savoureren. Even later wordt de zaal in lichterlaaie gezet tijdens de prijsuitreiking. Onder meer Domenico Di Vito (voor de korte loop), Maja Van Zand en Greta Philippaerts worden naar het podium geroepen. Ik ontdek ook het zangtalent van Rosario Ilardo (derde in mijn categorie): “Sono un Italiano, un Italiano vero”. Toto Cutugno in de Condroz! Hoe langer de avond duurt, hoe luider de muziek en hoe feller Manu Huet tekeer gaat. Jos Biets probeert met de handen over de oren te overleven in het pandemonium. Domenico bezweert me morgen de Giro-rit te volgen met aankomst op Capitello Matese in zijn geboortestreek Molise. We verlaten Borsu, de nacht is nog jong, “l’after” barst los.

(Foto 1 L’Avenir: Druk verkeer in het begin van de loop. Foto 2 van Carine Heyne: Muziekspeler aan het kasteel van Bassines.)