As Kerstrun

zon 14/12/2014 14u * As (Kerstrun) * 14,8 km * 01:04:59 * 13,7 * 20/46 * 20/37 (mannen) * ♥♥♥♥

Voor de tweede keer in tien dagen gun ik mezelf een vlakke wedstrijd. Ik ben nu even verzadigd van de heuvellopen in het Luikse circuit. Overigens verliep de midweekse training wel op een bijzonder pittige omloop, namelijk het officiële parcours van de Mescher bergloop. In mijn vorig joggingleven (zo’n vijftien jaar geleden) was dat een klassieker waar toen ook verscheidene Zweitlanceurs van de partij waren. Om Gerard Thiessens – een vaste klant van de loop – te plezieren zijn we naar Eijsden getrokken waar de wedstrijd nu al vele jaren van start gaat. Door een gelukkig toeval is ook Servais Halders in ons gezelschap. Servais werkt geduldig en volgens een strikt schema aan zijn comeback. Met deze heuveltraining zondigt hij wel even tegen de consignes van zijn fysiotherapeut maar een kans om met Gerard en mij te trainen laat Servais niet onbenut. Voor mij was het trouwens meer een ontspannen en ontspannend loopje in de natuur dan een echte training. Het gemiddelde van nog geen 10 km per uur mag op mijn conto geschreven worden.
’s Middags rond één uur zijn we dus in As voor de jaarlijkse Kerstrun. Het centrum blijkt helemaal afgesloten, gemeenschapswachten leiden het verkeer om. Hier houden ze niet van halfslachtige oplossingen zoals bijvoorbeeld in Nieuwerkerken waar de lopers zich een weg moeten banen op smalle gras- of kiezelstroken om vooral koning Auto niet in de weg te lopen. De inschrijvingen vinden plaats in een ruime en lekker verwarmde tent voor de Sint-Theresiakerk. Ik vernoem de naam met opzet want nauwelijks 300 meter verder is er ook nog de historische Sint-Aldegondiskerk. Vrome mensen zijn het in de Kempen. Verrassing bij de inschrijving: in plaats van een papieren of plastic nummer ontvangen we een stoffen tasje dat bevestigd is aan een heupgordeltje. Het nummer is erop gedrukt, in het tasje zit blijkbaar een chip.

As 1


Een kerstloop is traditioneel rondjes draaien. In As is het rondje een volwassen ronde van 5 kilometer. Ik kies voor de vijftien kilometer. De tel bijhouden voor drie ronden moet hier dus nog net lukken ( zie verslag Hoei). De 15 km-loop gaat het eerst van start op de brede Dorpsstraat. Plaats zat voor de nauwelijks 46 deelnemers, bij wie onder meer Stany Barbier van Alken en Laurent Wijnants van Zutendaal. Een groepje van zo’n 12 man neemt een voor mijn begrippen furieuze start. Ook Vincent Nardozza schiet vanachter mijn rug naar voren. Ik heb een gesprekje met hem als we ons toevallig samen naar de tent begeven. “Jij loopt hier voor de overwinning” pols ik naar zijn ambities. “Dat zal afhangen van mijn benen, ik heb net de marathon van Malaga achter de rug” blijft de snelle man uit Gellik voorzichtig. 2u26′ op een heuvelachtig parcours, daar mag je al eens een snipperweekje voor nemen. Hij zal uiteindelijk vrede moeten nemen met een tweede plaats achter Pascal Van Marcke. In de eerste licht dalende meters gaan me nog enkele lopers voorbij. Ook Frank Schoubs van Bilzen. “Niet te snel van stapel lopen, het is vijftien kilometer” aldus Frank. Oeps, niet Frank is langzaam, ik ben zelf te enthousiast uit de startblokken geschoten. Paul Esters schuift ook langs me door. Ik doe geen poging om het tempo van mijn voorgangers te volgen en zo zit ik na 400 meter al helemaal alleen. Dat wordt gezellig! (De hele wedstrijd worstel ik met de vraag waarom de organisatie de twee afstanden – 10 en 15 km – aanbiedt voor zo’n beperkte groep deelnemers.) Na een kleine kilometer nemen we een rechtse bocht naar de Bevrijdingslaan, een brede rijweg waar het ook zonder verkeer niet echt aangenaam lopen is. Gelukkig zoeken we snel de smallere woonstraten op. We trekken nu een aantal lussen in de woonwijken. De bewoners hebben zich in hun huizen verschanst, zo lijkt het. Hier en daar toch enkele kijkers die zwijgend toekijken als we voorbij hollen en ons gehijg kunnen horen. Want met het verkeer op afstand is het stil, heel stil in de Zavelstraat en omliggende. In een bocht na 1300 meter kan ik even achterom kijken. Ik zie alleen een gapende leegte. Paul Esters draaft enkele plaatsen, maar wel honderdvijftig meter in afstand, voor me uit. IK zie de paarse stip alsmaar kleiner worden. De enkelingen voor me houden ook een pittig tempo aan. Op hen zie me ook niet snel terrein goedmaken. Dat wordt nog een lange eenzame tocht. De kilometers vorderen maar langzaam, we zijn nu in de buurt van de tent maar worden dan weer de andere kant uitgestuurd. Aan het gemeentehuis draaien we rechtsaf de Dorpsstraat in, die hier in de schaduw ligt. Het einde van de eerste ronde is in zicht. Als de Dorpsstraat opnieuw naar rechts draait kan de zon wel zijn werk doen. We passeren aan de finish waar toch een handvol toeschouwers staan en Marie-Paule me enkele aanmoedigingen meegeeft. Ik ben blij dat de eerste – voor mij ook de verkenningsronde – achter de rug is.
Ik begin aan de tweede ronde met twee vraagtekens in mijn hoofd. Zal ik mijn tempo kunnen aanhouden? Zal er nog iets vermeldenswaardig gebeuren in de (mijn) wedstrijd? De sfeer langs de kant is doods, ik ben nog steeds alleen onderweg. Er zitten enkele glooiingen in de route. Vooral het tweede klimmetje op de troosteloze Bevrijdingslaan aan het Q8-tankstation speelt in mijn kaart. Ik haal dan toch een van de lopers voor me in. “De rode” is te snel vertrokken en kan mijn tempo niet volgen. Na 8 km op de Kerkhofstraat begin ik de eerste (veel) tragere collega’s te dubbelen. Maar intussen zijn ook de 5- en 10km-lopers vertrokken en heb ik er het raden naar wie bij welke loop hoort. In de Schansstraat na 7 km gebeurt het mirakel dan toch: een toeschouwer krijgt de handen op elkaar als ik passeer. Bij deze roep ik de onbekende supporter uit tot de sympathiekste Assenaar van de dag. In de buurt van de kerk waar we onze collega’s op twee plaatsen kunnen zien, kruis ik de koplopers. Als u dit verhaal aandachtig gelezen heeft, weet u wie dat zijn. Ik word deze keer niet gedubbeld. De rondes zijn net lang genoeg om uit de greep te blijven van de snelste jongens. Ik blijf min of meer op tempo en kan ook “de blauwe” inlopen. Op de oplopende strook naar de finish bezorgt het zonnetje (?) mij een boost en haal ik ook “de groene” in. Van hem weet ik zeker dat hij samen met mij gestart is. Alsof ze het had zien aankomen staat mijn privé-fotograaf net op die plaats opgesteld.
Geheel in de sfeer (of beter het gebrek daaraan) zwijgt zelfs de speaker aan de finish als ik er voor de tweede keer passeer. De vraagtekens van een ronde geleden zijn nu weggewist. Ik zie het wel zitten voor de laatste 5 km. Ik ken nu de finesses van het parcours, weet wat er opduikt na de scherpe bochten en waar de benen pijn zullen doen. Bij gebrek aan tegenstanders hou ik me onledig met sightseeing. De landmarks zijn – hou u vast – een autotransportwagen van Hödlmayer, Taverne “D’Oelend (wat zou dat betekenen?), de Theresiakerk (neogotisch), het moderne gemeentehuis …
Goed, ik ben dus op weg in de finaleronde. Het parcours is nu bezaaid met lopers van de 5- en 10km-run. In de bochtenzone aan de kerk zie ik eerst Martine Marchal die aan haar 10 km bezig is en een boogscheut verder kom ik Jean-Pierre Immerix tegen. In de laatste twee kilometer – naar en voorbij het gemeentehuis – geef ik er nog een lap(je) op. In het tegenlicht is de richtingaanduiding naar de aankomststreep ternauwernood leesbaar maar ik mag er vanuit gaan dat we de linkerrijstrook moeten nemen. Met een ultieme versnelling blijf ik net om onder de 1u5′. De eerste ronde heb ik het snelst afgelegd. In de twee volgende ronden moet ik telkens 20 seconden toegeven. 13,7 gemiddeld op deze ronde, dat is nu mijn waarde. Voor snellere tijden verwijs ik naar het dagboek van Vincent Nardozza en aanverwanten. Paul Esters is ondanks een pijnlijke teen anderhalve minuut en twee plaatsen voor me.
Het is fris aan de finish en ik rep me naar de douches in de Drieschaar. We sluiten de sportieve zondagmiddag af in de tent waar de prijsuitreiking plaats vindt. Geen gegoochel met leeftijdsklassen in As, hier ben je gewoon “man” of “vrouw”. Wil je een prijs, moet je maar zorgen dat je bij de eerste drie bent. Mijn tooggenoten en ik behoren niet tot die gelukkigen. We blikken vooruit naar het volgend seizoen waarin Jean-Pierre en Paul hun opwachting zullen maken bij de veteranen 3. Misschien zien we ze samen met Martine in de challenge van Luik.

(Foto Marie-Paule: Bij het ingaan van de laatste ronde voorbij Freddy Snyders.)